zondag 5 juli 2009

Wie ben ik.


Deze kernachtige vraag die vaak retorisch wordt gesteld,geeft antwoord op de vraag waarom we hier op aarde zijn. Alles wat wordt waargenomen is in principe vergankelijk. Het vergankelijke is in feite een vorm van energie welke zich cyclisch manifesteert en later weer desintegreert. Als we bovengenoemde vraag stellen,kijkend in een spiegel,dan zien we de reflectie van het gematerialiseerde ik ,de enige zichtbare verbinding met onszelf. De energetische kracht van het gemanifesteerde is slechts een onderdeel van de totale energie van het ik dat is. De lichamelijke energie is slechts tijdelijk met het zijn verbonden. Het “ik ben” is de geleende,aardse versie van het zijn en moet ter zijner tijd weer worden teruggegeven aan het veld van energie dat ons omringt.Het zijn is de energetische vorm welke niet wordt geboren en nimmer zal sterven. Het zijn is het lichtwezen in het universum,dat zich in vele manifestaties heeft schuil gehouden en in het tijdloze is gebleven,ondanks de vele incarnaties. Het lichtwezen is verbonden met het energetisch veld dat zowel verleden,heden als toekomst omsluit en zich begeeft in een tijdloze dimensie.
Als de bewegende mond in de spiegel de vraag stelt: “Wie ben ik”,dan zal het antwoord kunnen luiden:”Een geleende beweegbare mond”. En dat komt misschien hard aan bij het ego dat denkt dat hij meer is dan dat. Als het ik bewust wordt van de werkelijkheid van het zijn in relatie met zijn spiegelbeeld,dan kan hij zijn best gaan doen om het zijn te gaan zoeken en verbinding te maken met de energetische aspecten van zijn lichtlichaam. Hij zal de waarde van het tijdelijke als betrekkelijk gaan zien en de onwaardigheid van het tijdelijke als betrokkene. Wie ben ik zal vervormen tot wie zijn wij en uiteindelijk zal het zijn van mij met jou erbij uitdijen tot een gigantisch veld van begrepen onderlinge verbondenheid,die de ego’s zullen koesteren in spiegelbeeldige vitrines in het museum van vergane glorie. Hoe zo’n museum eruit zal zien valt moeilijk te voorspellen in een nieuwe wereld met ook van ego ontdane architecten. Ik denk niet dat een creatieve geest zonder ego kan werken en daarom zullen sterke ego’s moeten blijven om ons te verrassen met vernieuwende scheppingen.
Ik schrijf nog steeds op basis van wat mijn ego wil,ik kan die inbreng niet buitenspel zetten,maar wel de invloed afzwakken door meer te luisteren naar mijn intuïtieve stem. De wereld om je heen proberen te begrijpen en weten wat de plaats is van je eigen ik.Wie ben ik, is niet een vraag maar een antwoord.

J.J.v.Verre.