zondag 29 juli 2012

Spirituele communicatie.



Mijn eigen definitie van spirituele communicatie is het bewust contact zoeken met het veld van informatie dat ons allen omringt. Ons afstemmen op de energetische bron van alles dat is. Communiceren terwijl je in verbinding staat met je ziel, luisteren naar de stem van je hart, je laten leiden door je verschillende zintuigen en je lichaam met je verstand afstemmen op iets dat multidimensionaal aanwezig is. In ons leerpatroon staat het denken voorop en wordt het intuïtieve en impulsieve handelen afgeleerd. Onze maatschappij vraagt van zijn burgers weloverwogen handelingen, die foutloos worden uitgevoerd. We moeten op alles bedacht zijn, alle consequenties van onze daden moeten vooraf worden berekend en een uitkomst moet passen in de lijn van het verwachte resultaat. Deze kwaliteit verwijdert ons van het luisteren naar ons eigen gevoel.

We moeten regelmatig ons denken kunnen uitzetten, om beter te kunnen luisteren, te zien en te weten wat we al wisten. Het denken omzeilen om jezelf te ontmoeten als een deel van het geheel. De kunst van luisteren is niet alleen om je oren te gebruiken, maar ook om te voorkomen dat je hersenen de woorden vervormen en manipuleren in de richting van een vooringenomen standpunt. We moeten ons als menselijke energieën vrij kunnen maken van al die zaken welke ons beperkingen opleggen en buiten ons lichaam om opzoek gaan naar antwoorden, waaraan geen vragen vooraf gaan. Het weten versterken van dat wat we vergeten zijn. Het contact met ons hogere zelf in het licht van de bron van alle informatie. Een mens is een verzameling van energetische deeltjes welke uitwisselbaar zijn met energieën van vele entiteiten die ons bestaan verbinden in het kosmische samenspel.

Ik weet wie ik ben als ik leef en wist wie ik was toe ik elders verbleef. Maar het leven tussen die gedachten is eigenlijk de wens om niet te zijn en alleen maar te beleven, dit leven maar heel even.

J.J.v.Verre.

zaterdag 16 juni 2012

De Maya-kalenders


De drie belangrijkste kalenders die de Maya's gebruikten waren de Haab, de Lange telling en de Tzolkin. De Haab als burgelijke kalender van 365 dagen.

De Lange telling gebaseerd op de tun (=steen) van 360 dagen. Deze tun werd gebruikt voor langere tijdsperiodes, zoals de katun(=20 tun) en de baktun(=20 katun) en de pictun (=20 baktun). De alautun (=204 baktun) bedraagt 63.081.429 jaren.Deze lange cyclus bestaat uit een hiërarchie van cycli, waarbij elke cyclus weer uit 20 kortere cycli bestaat. Behoudens de tun, die met 18x20 dagen elk jaar vijf dagen tekort kwam ten opzichte van het zonnejaar. Een kin (=1 dag) en een uinal (=20 kin), de tun (=18 uinal). Volgens het geloof van de Maya's zou de wereld na elke pictun-cyclus van ongeveer 7885 jaren worden vernietigd en opnieuw worden gecreëerd. De huidige cyclus zou op 12 oktober 4772 volgens de gregoriaanse kalender eindigen. Data worden genoteerd als: .baktum .katun .tun . uinal .kin. De einddatum van de huidige 13-baktun cyclus volgens de lange telling wordt weergegeven als 13.0.0.0.0, omgezet in de gregoriaanse datum: 21 december 2012.

De Haab kalender die de Maya's gebruikten was bedoeld voor burgelijke zaken. Deze kalender verdeelde het jaar in 18 naamgevende periodes van twintig dagen, elk gevolgd door vijf Uayeb-dagen. De dagen hebben een dagnummer van 0-19 en 0-4 voor de Uayeb dagen. Deze kalender hanteert geen jaartelling, zodat op basis van een geschreven datum, men niet niet kan aflleiden in welk jaar een gebeurtenis had plaats gevonden.De cyclus van 365 dagen komt beter overeen met een zonnejaar, maar kent het schrikkeljaar niet, zodat elke vier jaar de seizoenen een dag opschoven.

De Tzolkin-kalender, een waarzegkalender, de religieuze galactische kalender van twintig naamdragende periodes van dertien dagen werd gebruikt voor cyclische gebeurtenissen.Het bestaat uit een combinatie van 20 zonnezegels, afgebeeld als 20 goden,twintig gezichten van de schepping en 13 tonen (heilige getallen).De afbeeldingen van namen heeft hiëroglieven welke in verschillende varianten voorkomen. Elke opeenvolgende dag wordt verhoogd met 1, maar ook de naam van de perode wordt die van de volgende periode. Als we dit willen vergelijken met onze kalender, zou dat een volgorde zijn zoals: 2januari, 3 februari, 4 maart enz. Na 260 dagen herhaalt kalender zich. Ook deze cyclus krijgt net zo min als in de Haabkalender een jaarnummer.De Maya's specificeerden data vaak door gebruik te maken van zowel de Haab als de Tzolkin-kalender. Gekoppeld aan elkaar als een tandrad hebben ze een kalender cyclus van 52 haab (jaren zonder schrikkeldagen). Volgens de Maya's had de kalender een eigen mystiek. De dagen hadden een eigen persoonlijkheid en karakter. In gebeden richtte men zich tot de Heer dan de dag van wie men gunsten verwachtte. Ook de getallen bezaten een specifieke betekenis en in de Klassieke Maya periode werden ze als goden verpersoonlijkt. Er bestonden offerplaatsen in de bergen, die een een-plaats of negen-plaats e.d. werden genoemd. Op die dagen van het betreffende getal kwam men dan bidden en offeren. Traditioneel heeft de Tzolkin ook een nauwe relatie met de Tun (jaar van 360 dagen), doordat 13 Tun gelijk is aan 18 keer de tzolkin-cyclus. Tevens heeft de Tzolkin ook een aantal opmerkelijke relaties met de omwentelingsperiode van enkele planeten, zoals Mars en Venus. Tevens bestaat er een relatie met de tijd welke deze planeten afleggen in een baan rond de zon.(Uit:Wikipedia bewerkt).

De filosofische betekenis van deze cyclische kalender is het denken in een niet lineaire tijdsrelatie.
In de expressie van het spiritueel filosofisch denken is de oppervlakkige werkelijkheid leeg van leegte en is het heden een illusoir buitenbeentje. Het Tijdwiel dat de kalenders stuurt heeft zich uit die leegte ontsponnen en wentelt door het gekromde universum. Het Tijdwiel is de cyclus van schepping en verval, van geboorte en dood en de continue verandering welke ons menselijk leven bepaalt. Verleden en toekomst bestaan slecht binnen het tijdwiel als een facet van verandering. Het heden valt hier buiten omdat het binnen de tijd onveranderbaar is. Indien het wel verandering zou laten zien, draaide het mee naar de toekomst of draaide het door naar het verleden. Het heden is wel een moment, welke opgaat in de leegte van alles wat is. Het heden ligt buiten het tijdwiel en bezit geen tijd gebonden werkelijkheid. Het heden kan zich verplaatsen in een diep besef van tijdloosheid voordat de tijd werd bevroren, ergens in het scheppingsproces. Alles kan alleen in het tijdloze nu existeren als een projectie van het tijdwiel vanuit een meervoudig dimensioneel bewustzijn.

De spirituele filosofie leert ons dat de werkelijkheid kan worden gezien als een multi-dimensionale verzameling, waarvan we een projectie illusoir waarnemen en waar uit we nooit een objectieve keuze kunnen maken. Alle keuzes welke we maken blijven subjectief en worden door ons denken vervormd. Het kiezen kan nimmer objectief geschieden, omdat we niet weten wat er zich in een andere, parallelle dimensie afspeelt. Wel kunnen we bedenken wat de consequenties zijn van deze hypothese. De keuze die we als mens maken duurt altijd langer dan het ultieme nu. Bewust leven is goed mogelijk maar bewust in het nu leven niet. Het ongedifferentieerde moment nu is te kort om een zinnige bijdrage te leveren aan het besef huidige tijd, nu of het heden en speelt zich af in de twilight zone tussen de gedematerialiseerde fasen van het menselijk leven.
Het tijdwiel is niet alleen de motor van de tijd, maar initieert ook de beweging die ook ons denken stuurt. Als het ultieme nu een fractie van tijd zou zijn, zou het denken dan gebonden zijn aan lichamelijke materie of gaat het denken door in een cyclus van gedematerialiseerde stoffelijkheid? Het denken zal zich niet voortzetten doch de tijdspanne van onderbreking is veel te kort om dit te bemerken. Of het bewustzijn wel persisteert tijdens deze energetische verandering is afhankelijk van de toestand van de kwantum deeltjes welke ons bewustzijn genereren. Het nu waarin wij leven is een illusie, het leven wat wij waarnemen is een verandering in tijd en tijdens dat waarnemen is bewustzijn belangrijk. Alles wat wij bewust aanschouwen doet het tijdwiel haperen en zal het besef van tijdloosheid kunnen bevriezen in afwachting van verdere bewustwording. Het bewustzijn wentelt dan mee met het tijdwiel en kan als een rad van gedachten ideeën creëren die onze geesten nieuwe impulsen verschaffen om het denken en doen te coördineren. Gedachten blijven ongrijpbare grootheden die gevoelens in ons zijn entameren en bewustwording omtrent onze verbondenheid kunnen versterken. Tijdwiel van voor- en tegenspoed wentel niet weg maar kijk opzij naar de boosheid, naar de pijn en naar de ongelijkheid in tastbaar geluk. Weten dat een deel van ons lijdt in verbondenheid moet ons wakker schudden en het besef rationeel aanschouwen dat wij zelf degene zijn die het leed dragen. Ik draai met het tijdwiel mee en overzie de aarde zonder mij, met wij en zij. Ik ben wij met zij er bij. Zij zijn wij in allebei.

Als het tijdwiel verder door wentelt naar nieuwe dimensies, overzie ik het geheim van verlichting, de ultieme leegte, de expressie van ons wezen in ruimte en tijd. Ik begrijp niet dat we er zo ingetrapt zijn, zo gebiologeerd zijn geweest omtrent de illusoire werkelijkheid op aarde. Het einde van de Maya kalender is het begin van een nieuwe cyclus, die ons mensen de kracht moet schenken om al die pijn uit het verleden te vergeten en de duisternis van onze geschiedenis te verlichten met de liefde en warmte van onze zonne-energie. De zon is de spil van ons bestaan die het menselijke leven op aarde mogelijk maakt. Wij zijn als mensen op zoek naar de waarheid van het leven, naar de geheimen van het kleinste en de macht van het grootste. Eenentwintig december 2012 wordt een mooie dag waarop ik leven mag, als nietige ziel in de grootsheid van het bestaan. Het is geen einddatum, maar het begin van een nieuwe cyclus die het aardse leven een weg wijst langs de kosmische banen in het universum. De Maya’s wisten dat en nu is het onze beurt om dat weten weer te herinneren. Een einde wordt voortgezet door een begin.

J.J.v.Verre.



donderdag 17 mei 2012

De kristallen schedel.



“Wat in mythen onwaarschijnlijk lijkt, ontsluit voor ons de weg naar waarheid. Hoe meer paradoxaal en ongewoner een raadsel is, hoe meer het ons lijkt aan te sporen, het niet bij het loutere woord te laten, maar ons in te spannen om het daarin verborgen waarheidsgehalte te ontdekken.”

-Keizer Julianus (331-363 na Chr.).


Mythen, legenden en fantastische verhalen die in de voorbijgaande duizenden jaren zijn opgetekend staan af en toe in een nieuw middelpunt en kunnen in onze tijd tot een begrijpelijke werkelijkheid evalueren. Dit verhaal gaat over een kristallen schedel welke in 1927 werd ontdekt in de ruïnestad Lubaantuum, wat iets betekent als “Oord der gevallen stenen”. Deze plaats lag in het zuiden van de Engelse kroonkolonie British Honduras (het huidige Belize).
In 1903 circuleerden er berichten omtrent een nog niet onderzochte ruïnestad nabij de Rio Colombia. De gouverneur van de kroonkolonie gaf de amateur archeoloog dr. Thomas Gann de opdracht om het betreffende gebied te onderzoeken. Korte tijd later werden er inderdaad overgroeide structuren gevonden midden in het tropische regenwoud. Zijn aantekeningen komen uiteindelijk in handen van R.E. Merwin van het Peabody Museum in Harvard, die in 1915 de overwoekerde ruïnes weet bloot te leggen en begon met het maken van overzichtskaarten. In 1924 gaat dr. Gann terug naar de verzonken stad. Hij is aanvankelijk van mening dat hij de oudste Maya stad van Midden-Amerika heeft ontdekt, maar dat blijkt later niet het geval te zijn. In zijn archeologisch gezelschap bevonden zich F.A. Mitchell-Hedges, diens aangenomen dochter Anna, zijn secretaresse Jane Houlson, captain Joyce van het British Museum te Londen en zijn levenspartner lady Richmond-Brown, die hem bij verschillende opgravingen vergezelde. Ze waren ook allen geïnteresseerd in de verdwenen wereld van Atlantis.

Het is 1927 en opnieuw zijn de onderzoekers in de laat klassieke Maya stad aan het werk. Nog slechts gedeeltelijk zijn delen van half verborgen tempels en een enkel gedeelte van een piramide blootgelegd. Maar de regentijd komt eraan en dan is verder werken vrijwel zinloos. Honderden bewerkte schelpen worden gevonden, delen van een menselijke schedel, veel graven en veelkleurig beschilderde vaten van aardewerk. Ze moesten zich haasten om alle vondsten te rubriceren. Dan gebeurt er iets heel bijzonders: Anna vindt uitgerekend op haar verjaardag bij het rondsnuffelen tussen de overblijfselen van een altaar, een kristallen schedel. De vindplaats werd meteen uitgekamd. Iedereen was in opperste verrukking en de meegekomen Maya’s vielen op hun knieën om het in hun ogen goddelijke te aanbidden. De schedel die oplichtte door een zonnestraal tussen de bomen van het regenwoud woog 5,3 kilogram en was uit een stuk bergkristal vervaardigd. De vader van Anna merkte op dat de onderkaak ontbrak. Deze werd drie maanden later en zeven meter van de schedel vindplaats aangetroffen. Het was moeilijk zoeken tijdens de regentijd, met schorpioenen, duizendpoten van grote afmetingen en gevaarlijke slangen.

Pas in het begin van de jaren dertig werd de vondst door de groep van Frederick Mitchell-Hedges in de openbaarheid gebracht. Via een artikel in de zondagseditie van de New York American op 24-2-1935. Deze publicatie deed veel stof opwaaien en de schedel baarde opzien, maar werd uiteindelijk door tegenstanders, die de echtheid betwijfelden, verheven tot de meest omstreden archeologische opgraving. Degenen die de echtheid bestreden voerden als argumenten aan: Waarschijnlijk wilde Frederick zijn pleegdochter een verjaarscadeau schenken en werd de schedel als een paasei verstopt. De betrekkelijk lange tijd tussen vondst en publicatie. Men kende schedel culten bij de Azteken en Mixteken, maar niet bij de Maya volken. Medestanders van de echtheid van de schedel benadrukten dat de schedel op weergaloze wijze was vervaardigd. Ook de oprechtheid van Frederick, die nimmer van een onserieus gedrag kon worden beticht en het feit dat hij niet was geïnteresseerd in het financiële gewin dat zijn opgravingen hem konden opleveren. Er was geen wetenschapper die beweerde dat dit voorwerp met Maya kunst in verband kon worden gebracht. In 1936 opperden belangrijke antropologen in Engeland, dat de kristallen schedel van Lubaantun een kopie was van de Azteekse schedel welke in 1889 was gevonden en in 1903 door het British Museum was verworven.

In de film Indiana Jones and the Kingdom of the Crystal Skull (2008) zijn meerdere legenden rond kristallen schedels aan elkaar gekoppeld. Deze zouden in de Atlantis periode zijn gemaakt. Ze zouden paranormale gaven hebben en je zou ze nooit recht in de ogen mogen kijken. Volgens een andere legende bestaat er een buitenaardse oorsprong. Er zouden dertien van die schedels op aarde aanwezig zijn. Eenmaal herenigd zouden ze hun kennis met de mensheid willen delen. Vele mensen voelen de kracht van de kristallen schedels en mediteren via de schedels met onbekende entiteiten.
Volgens archeologisch conservator Frank Dorland zou de schedel tussen de 1000 en 12.000 jaren oud zijn. Hij kwam na onderzoek (1964-1970) tot deze conclusie. Hij ontdekte dat de schedel zygomatische bogen bevatte, welke als lichtpijp functioneerden. Deze lichtpijpen kanaliseerden het licht, dat vanuit de basis van de schedel naar de oogkassen werd gestuurd. Via deze oogkassen, welke als concave lenzen functioneerden, werd het licht naar het hersengedeelte van de schedel geleid. Het gevolg was, dat zodra de schedel op een lichtbron werd geplaatst, de ogen begonnen te gloeien en dan leek het alsof de gehele schedel in vuur en vlam stond.

In de jaren negentig van de vorige eeuw werd opnieuw uitvoerig onderzoek verricht met behulp van scanning tunneling microscope en de conclusie van het British Museum was dat de schedel was gefabriceerd met slijpinstrumenten, die pas in de tweede helft van de 19e eeuw waren ontwikkeld. Dit is geen direct bewijs voor ouderdom, omdat er in het verleden mogelijk technieken zijn gehanteerd door ET intelligenties of door de cyclische tijdsfactor, waarbij het verleden de toekomst ontmoet. Het ontsluit voor ons niet de weg naar waarheid, maar wel naar een mogelijke werkelijkheid, die verstopt is onder een wolk van gemanipuleerde geschiedenis.

J.J.v.Verre.


Literatuur:

-Het mysterie van de kristallen Maya schedel, www.belizevakantie.nl
-Kunnen 13 kristallen Maya schedels de wereld redden? www.wereldgeheimen.nl
-Erfgenamen van Kosmische Kennis, buitenaardsen en hun invloed op de Maya’s en Hopi.
Peter Fiebag.Uitgeverij Tirion,Baarn.
-Kristallen schedel, Wikipedia.
-Labaantun. N.Hammond. Cambridge,1975.
-Atlantis,Spirituele Filosofie,2-2-2009.



woensdag 25 april 2012

Het onzekerheidsprincipe.


------Werner Heisenberg.



De onzekerheidsrelatie van de Duitse fysicus Werner Heisenberg (1901-1976) is de belangrijkste pijler van de kwantummechanica. Nog sterker dan de relativiteitstheorie van Einstein (1879-1955), die onze plaats en waarneming in tijd en ruimte ter discussie stelt, brengt het onzekerheidsprincipe ons in verwarring of het wel mogelijk is om iets absoluut te kennen. De kennis die wij willen kennen beantwoordt niet aan onze verwachting van waarheid of werkelijkheid, maar berust op mogelijkheden binnen een werkelijkheid. De kwantum werkelijkheid die Heisenberg beschrijft, heeft een oneindig aantal uitdrukkingsvormen, berustend op de fundamentele kwantummechanische eigenschappen van elementaire deeltjes. Hierbij is het onmogelijk om van een deeltje exact de plaats en de impuls te meten. Hoe nauwkeuriger we de ene grootheid bepalen, des te minder weten we over de andere. Het is onmogelijk van een deeltje exact de energie te meten en de tijd waarin het deeltje deze energie heeft. De kansverdelingen van die twee grootheden hangen met elkaar samen. Als de standaard afwijking van de ene kleiner wordt, wordt die van de andere automatisch groter.

Wordt bijvoorbeeld zeer exact de plaats van een deeltje gemeten, dan zal hierdoor de impuls en dus de snelheid zeer onzeker worden. De kwantummechanica beschouwt deeltjes niet als kleiner materie bolletjes, maar meer als golven van waarschijnlijkheid. Meer nog dan de relativiteitstheorie, is de onzekerheidsrelatie een sleutel die het meerdimensionaal denken kan ontsluiten. We kunnen alleen die aspecten van de realiteit kennen waar we naar op zoek gaan. Ideeën welke we a priori afwijzen zullen voor ons onzichtbaar blijven onder een sluier van gemiste werkelijkheidszin. Net zoals de vraag belangrijker is dan het antwoord, is het zoeken naar nieuwe mogelijkheden belangrijker dan het vasthouden aan een bestaande werkelijkheid. De vraag is de mogelijkheid van een waarheid om tot expressie te komen, het antwoord is het stilstaan bij een gekozen waarheid. Wat een waarheid is hangt af van onze visie en de vragen die wij willen stellen, bewust afgeschermd van de vragen die wij niet willen stellen. We kiezen voor een waarheid die op dat moment het beste bij ons past, ontgrendeld van enige vorm van objectiviteit. We verschuilen ons achter wetenschappelijke studies en rationele verklaringen en stellen richtlijnen op waaraan ons denken en handelen zich moet conformeren. Deze wetenschappelijke mentaliteit is het leidende begrip in onze moderne samenleving. Anders denkende die zich verzetten tegen deze wetenschappelijke overheersing werden als losers beschouwd.

Moreel of ethisch relativisme is de opvatting waarbij de waarheid zelf relatief is, omdat er geen absolute maatstaven of waarheden bestaan. Morele waarden zijn alleen geldig binnen cultureel bepaalde grenzen. En zijn alleen toepasbaar binnen de context van individuele voorkeuren. In moreel relativisme bestaat er geen absoluut, concreet “goed en kwaad” en wordt elk ethisch oordeel afhankelijk van en relatief aan verschillende percepties. Dit non duale denken kan ons een beter inzicht verschaffen in onze eigen werkelijkheid. De waarheid waarin we geloven is van onszelf, de werkelijkheid welke we beleven is van ons allemaal in energetische verbondenheid. Alleen de bril waarmede we de werkelijkheid aanschouwen is gebaseerd op onze zintuiglijke waarneming die wordt gekleurd door onze eigen interpretatie. Het onzekerheidsprincipe geeft ons de mogelijkheid om te filosoferen omtrent oneindige waarheden die ons beperkte vermogen om het geheel te begrijpen, te boven gaan.
Dit beperkte bevattingsvermogen kunnen we opkrikken door opzoek te gaan naar nieuwe ideeën in ruimere kaders en ons niet te laten leiden door rationele beslissingen die conflicteren met onze spirituele intelligentie.


J.J.v.Verre.

Literatuur:

-Onzekerheidsprincipe, Wikipedia.
-Spirituele intelligentie,Danah Zohar en Ian Marshall. Kosmos-Z&K Uitgevers Utrecht,2001.
-The uncertainty principle, Stanford Encyclopedia of Philosophy,8-10-2001.

zondag 4 maart 2012

Spirituele intelligentie.



Intelligentie ligt verankerd in onze genetische constitutie. Deels veranderd door de evolutie, deels door introductie van getransformeerd DNA materiaal, mogelijk van buitenaardse origine. Het is geen zelfstandig fenomeen maar staat in nauwe verbinding met onze fysieke aanwezigheid, waarbij geestelijke en lichamelijke gezondheid een van de dragende pijlers zijn. Alles wat met intelligentie te maken heeft wordt door onze hersenfunctie bestuurd. Ons IQ , intelligentie quotiënt, stelt ons in staat om doordacht, logisch en volgens aangeleerde regels te denken. Het EQ , de emotionele intelligentie, stelt ons in de gelegenheid om emotief en associatief te denken in relatie met de gevoelens van onszelf en met die van de ander. De SQ , spirituele intelligentie, stelt ons in staat om intuïtief, creatief en extradimensionaal te denken. Dit geeft ons de mogelijkheid om meer inzicht te vergaren en onze blik grensoverschrijdend te verleggen. Howard Gardner beschrijft in zijn boek Multipele Intelligences, dat er ten minste zeven soorten van intelligentie bestaan, waaronder muzikale, ruimtelijke en sportieve intelligentie. De Amerikaanse natuurkundige en filosofe Danah Zohar stelt in haar boek Spirituele intelligentie dat de talloze verschillende vormen van intelligentie in verband kunnen worden gebracht met drie neurale systemen in de hersenen. Alle andere varianten zijn te herleiden tot het basale IQ, EQ en SQ.

Danah Zohar beschrijf in haar boek dit fenomeen als de spelbepaler wat ons leven van waarde maakt.Zij noemt het onderzoek van Rodolfo Llinas die met behulp van magneto-encefalografie(MEG) de functie van 40Hz oscillaties in de hersenen uitvoerde. Deze snelle golfbewegingen komen overal in de hersenen voor, in uiteenlopende systemen en op verschillende niveaus. Zowel in de perifere zenuwbanen van reukorgaan en retina, als in de thalamus, in de thalamische reticulaire kern en in de neocortex. Deze 40 Hz oscillatie vormen het neurale substraat voor de spirituele intelligentie. Zoals lineaire of seriële zenuwbanen rationele, logische verwerking van gegevens mogelijk maken(IQ). En parallelle neurale netwerken de verwerking van halfbewuste en onbewuste associatieve gegevens(EQ). Zo bieden deze 40Hz trillingen in het gehele brein de mogelijkheid om onze ervaring te coördineren en in een ruimer zingevend kader te plaatsen Het is de basis voor een effectief functioneren van het IQ en EQ, de essentie van onze menselijke intelligentie.

Ook haar inzichten omtrent de relatie tussen kwantumfysica en bewustzijn zijn baanbrekend. Het leven is opzoek naar betekenis en zingeving en door het leven in die betekenis te beleven is het aardse leven te veranderen. Zij vergelijkt de dualiteit van geest en lichaam, met de dualiteit tussen golven en deeltjes. De basis van het bewustzijn wordt door haar gelegd bij bijzondere kwantumdeeltjes, die bosonen worden genoemd. Deze deeltjes gedragen zich soms alsof ze één reusachtig superatoom zijn. Deze eenheid wordt het Bose-Einstein condensaat genoemd en zou de basis vormen van bewustzijn en identiteit. De ervaring van het eigen zelf t.o.v. de omringende wereld, zou een coherente ordening van bosonen activiteit in het zenuwweefsel van de hersenen zijn. De wisselwerking tussen bosonen en andere kwantumdeeltjes, zou de plek kunnen zijn waar materie en geest met elkaar interfereren en waar mogelijk het kwantumvacuüm of nulpuntveld (Akasha-veld) mee is bezield. Vanuit deze hypothese zou bewustzijn materie kunnen scheppen en kan de mens zijn eigen realiteit creëren. Geen van mijn vrienden die fysica hebben gestudeerd zullen de bovengenoemde hypothese onderschrijven, zeker niet bij 37 graden Celsius. Echter binnen het concept van de spirituele filosofie bestaan opvattingen en ideeën als mogelijkheden binnen het meerdimensionale karakter van de werkelijkheid. Deze werkelijkheid wordt gemakkelijker te begrijpen als we ons denken buiten de bestaande kaders kunnen plaatsen en uiteindelijk een nieuwe waarheid kunnen creëren.

Spirituele intelligentie is de basis voor een spirituele ontwikkeling in de richting van creativiteit, bezieling en intuïtief vermogen. Het kan zich in het leven ontwikkelen door bezinning, bewust leren kijken en luisteren, lezen en leren om gebeurtenissen te interpreteren in een ruimere context en jezelf in liefde te verbinden met alle levende entiteiten. Spirituele intelligentie is niet verbonden met religie, wel bestaat er in godsdiensten een expressie van deze vorm van intelligentie. Bij fanatieke religieuze stromingen is het SQ meestal laag. Het SQ is wel gerelateerd aan holistisch denken, een hoge graad van zelfbewustzijn, het vermogen om pijn en lijden onder ogen te zien, flexibel denken, de waarom vraag te stellen en te zoeken naar fundamentele antwoorden, afstand nemen van die gedachten welke onnodig leed kunnen veroorzaken, zich laten inspireren door visies en waarden die de mensheid als geheel ten goede komt.

Spirituele intelligentie is de katalysator die ons bewustzijn transcendeert naar een nieuwe plaats in het universum, daar waar de essentie van onze ziel de restanten van ons ego heeft gesublimeerd.
Ik ben jij, jij bent mij en wij zijn zij met ons erbij.

J.J.v.Verre.

Literatuur
:

-Spirituele intelligentie, Danah Zohar & Ian Marshall, Kosmos-Z&K Uitgevers,Utrecht,2001.
-The Quantum Self: Human Nature and Consciousness Defined by the New Physics,
ISBN 0688087809,1990.
-Multiple Intelligences, Howard Gardner, HarperCollins, New York, 1993.
-Emotional Intelligence, Daniel Goleman, Bantam Books, New York,1996.
-Als wij de scheppers zijn van onze eigen realiteit, Tijn Touber, Ode Magazine, mei 2005.
-Coherent 40 Hz Oscillation Characterices Dream State in Humans,Proceedings of the National Academy of Science,USA, vol 90,pag.2078-2081, maart 1993.

woensdag 8 februari 2012

Hiernamaals.

----------------- Visioenen uit het hiernamaals, Jeroen Bosch.


In 1882 werd de Society for Psychical Research (S.P.R.) opgericht. Een van de belangrijkste doelstellingen van de onderzoeksgroep was de studie van verschijnselen en experimenten die gerelateerd waren aan het voortbestaan van de menselijke geest na de lichamelijke dood. Vanuit andere wetenschappelijke verenigingen kwamen direct kritische geluiden met een negatieve ondertoon. Onderzoekers van het S.P.R. lieten zich beïnvloeden door deze negatieve kritiek. Ook nu nog is het zo dat bovennatuurlijke verschijnselen nog steeds door de meeste wetenschappelijke verenigingen worden afgewezen. Men gaat daar vanuit dat de driedimensionale evidence based studies alle aardse en buitenaardse verschijnselen zullen verklaren. Wetenschappers die zelf twijfelen vinden het moeilijk om in het openbaar uitspraken te doen omtrent onderwerpen waarvoor geen directe bewijsvoering is. Ze zijn bang dat als zij buiten hun wetenschappelijke kader treden zij niet meer serieus worden genomen ten aanzien van andere, vak gebonden publicaties.Is er leven na de dood? Kan het bewustzijn zich buiten de hersenactiviteit manifesteren? Of is bewustzijn een bijwerking van hersenactiviteit? Onze hersenen zouden een ontvanger kunnen zijn waarmee bewustzijn wordt opgevangen en wordt doorgegeven. Volgens Eccles zijn de hersenen een boodschapper van het bewustzijn. Misschien dat bewustzijn, de subjectieve ervaring van het innerlijk zelf, een verschijnsel is dat voor altijd buiten het gebied van de neurologie zal blijven. Zelfs een uitgebreide kennis omtrent de betekenis van de verschillende hersengebieden en de wisselwerking van het zenuwstelsel kan ons gedrag tot op zekere hoogte begrijpen en afwijkend gedrag verklaren, maar leidt niet tot de verklaring waarom menselijke wezens een zelfbewuste geest hebben.

De volgende passage is een samenvatting van de drie niveaus van bewustzijn, overgenomen uit het boek: "Leven na de dood", van Depak Chopra. Hij verhaalt hier hoe de rishi’s, de wijzen van het vedische India, zo’n vier duizend jaar geleden, toen het hindoeïsme tot bloei kwam, dachten over bewustzijn. De leer van de rishi’s, die bekend staat als vedanta, is niet religieus van aard.
Bewustzijn maakt het mogelijk om op reis te gaan naar andere geestestoestanden. We kunnen hierbij drie verschillende niveaus onderscheiden:
-Bewustzijn gevuld met fysieke objecten, dit is de wereld van concrete zaken die we aanschouwen met onze vijf zintuigen. De materie is van ons gescheiden door tijd en ruimte. De levensduur zit opgesloten tussen geboorte en sterven. In deze dimensie bestaan de wetten der aardse fysica, zoals zwaartekracht, lichtsnelheid en het behoud van massa en energie. Het leven op aarde maakt je afhankelijk van de aardse krachten waarmee het leven leefbaar wordt. Zoals de fysieke kracht, wilskracht, het begrip- en onderscheidingsvermogen, emotionele expressie, seksualiteit en persoonlijke autoriteit in een sociaal kader. Er treedt een hechting op ten aanzien van materiële zaken en de vanzelfsprekendheid dat deze dimensie van bewustzijn als de enige werkelijkheid wordt gezien. Het veld van onderlinge verbondenheid voelt als een fysieke ruimte, gevuld met materie. De relatie met onze ziel voelt persoonlijk aan als een korte verschijning.
-Bewustzijn gevuld met subtiele objecten, De wereld van dromen, van verbeelding en van inspiratie, van intuïtie. Het ontdekken van ervaringen van liefde en schoonheid en het voelen van een aanwezigheid, die niet met onze vijf zintuigen is vast te stellen. Er bestaat geen lineair tijdsverloop. De wetten van de subtiele wereld liggen niet vast. Gebeurtenissen kunnen zich voorwaarts of achterwaarts afspelen. De fysieke wetten zijn niet meer absoluut. Men kan deze wereld onderzoeken met verbeelding, herinnering, intuïtieve creativiteit en spirituele sensitiviteit. Het veld van verbindende energie voelt aan als een droom en is gevuld met herinneringen en beelden, contouren van geesten en onaardse wezens. De ziel voelt als een sturende kracht die je teruggeleid naar de bron en continu aanwezig blijft.
-Bewustzijn gevuld met niets dan zichzelf, zuiver bewustzijn. De wereld van bewustzijn dat zichzelf bewust is. De wereld van "ik ben". Het bestaan wordt een doel op zich. Als ervaring begint zuiver bewustzijn met een stille geest. Deze neemt in rijkdom en betekenis toe, hoe langer iemand deze ervaring heeft. De wetten van deze wereld zijn op de schepping zelf van toepassing. Elke vonk van energetische informatie kan worden omgezet in een object of gebeurtenis en kan weer leiden tot de mogelijkheid van tijd, ruimte en fysieke objecten. De geest kan bestaan zonder gedachten of beelden. Het is volledig vrij van het zichtbare, doch wil graag het leven schenken. Het is zwanger van al het is. In deze wereld zijn geen krachten nodig om hem te doorkruisen. Het stromen van de tijd en de uitbreiding van de ruimte zijn neutrale manifestaties geworden. Ze komen en gaan binnen je wezen. Je beschouwt zonder gehechtheid, hoewel je de emotie van elke kwaliteit, zoals liefde, mededogen, kracht en waarheid kan ervaren. In deze wereld voelt het veld van omringende energie, het akasha veld, als niet geschapen aan. Begrippen als geboorte, leven en dood bestaan niet, alleen het bestaan zelf, het "ik ben" is van toepassing.
We moeten ons realiseren dat het hiernamaals niet zo "na" is als we meestal aannemen. Alle drie de dimensies van bewustzijn betekenen altijd tegenwoordige ruimte. Akasha dat de wereld van fysieke objecten omvat, is driedimensionaal. Akasha dat de wereld van subtiele objecten omvat, heeft veel vagere begrenzingen en deze kunnen plotseling veranderen in een vrij zwevende droomruimte. Het Akasha veld dat zichzelf omvat, is zuiver bestaan. Het voelt onbeschrijfelijk veilig aan, omdat er eenheid met alles is.
. Het blijft steeds het zelfde veld vanuit drie aspecten gezien. Het hiernamaals is een bewustzijn verschuiving. Een interne verschuiving die een andere externe omgeving creëert.

Bijna dood ervaringen (BDE's) kunnen nu geplaatst worden in een kader van bewustwording van de fase van bewustzijn en zullen niet veel verschillen van een definitief levenseinde, waarmee ik het sterven van een fysiek lichaam bedoel. Ook het gegeven dat bij een BDE een soort van respons-lus van beelden wordt beschreven dat vooruit en achteruit kan lopen en gerelateerd is aan het eigen geloof in een bepaalde religie en de persoonlijke interpretatie van vormen van werkelijkheid. Het visualiseren van het eigen lichaam in een meer dimensionale werkelijkheid. Het ervaren van het kosmisch patroon van bewustzijn dat verbonden is met de entiteit mensheid. De verbondenheid van alle ziel energieën in de spirituele werkelijkheid. We zouden kunnen veronderstellen dat we na onze fysieke dood voortleven in een andere dimensie en dat we onze vroegere omgeving hierbij fantaseren zodat er een nieuwe werkelijkheid bestaat. Misschien bestaat een deel van ons bewustzijn ook in een andere dimensie, maar zijn wij ons daar niet van bewust. Misschien interfereert ons bewustzijn met het universele bewustzijn en kunnen we alles worden wat we willen zijn. Misschien zijn onze hersenen de ontvanger en overbrenger van bewustzijn gedachten en weten we bij ons sterven niet meer wie we zijn of wie we zijn geweest.

Het hiernamaals blijft een prachtige uitdaging om over te filosoferen en mogelijkheden te analyseren die onze ziel heeft als zuiver bewustzijn. Bewustzijn dat misschien wel bestaat in elke molecuul van elk materiedeeltje als ongecoördineerd bewustzijn, maar dat bij sommige entiteiten als gecoördineerd bewustzijn kan inloggen op het veld van kosmische energie.
Het hiernamaals is niet alleen een mysterie dat de mens al eeuwen lang hoopt te ontrafelen, het is ook een mogelijkheid om het leven zelf te beleven als grenzeloos bewustzijn.
Ik ben jij, jij bent mij en wij zijn zij met ons erbij.


J.J.v.Verre.


Literatuur:

-Leven na de dood, Depak Chopra. Kosmos Uitgevers b.v. Utrecht,2007.
-Een blik in het hiernamaals. Josef Rudolf. De trilogie: Deel I (1933), Deel II(1935), Deel III(1936).Websites van de stichting GWG. De eeuw van Christus.
-Parapsychologie over leven na de dood. Michael Rogge,2010,
www.wichm.home.xs4all.nl/parasp_nl.html
-The understanding of the brain, Sir John Carew Eccles, 1973.

zondag 8 januari 2012

Vrijheid




-Het ideaal van ware vrijheid is om alle leden van de menselijke samenleving gelijkelijk een zo groot mogelijke macht te geven om het beste van zichzelf te maken.
T.H.Green,1881.

Vrijheid is een fenomeen dat zich moeilijk laat definiëren. Het laat zich het beste herkennen als de tegenhanger van onvrijheid. We kunnen een onderscheid maken tussen het vrij voelen als mens t.o.v. zichzelf en het vrij voelen of vrij zijn t.o.v. de omgeving.

Het vrij voelen als mens, als spiritueel wezen is het elementaire gevoel dat zich moeilijk laat omschrijven. Het is het innerlijke gevoel dat ons optimaal laat profiteren van het aardse beleven, zonder dwangmatige driften. Meester zijn over je eigen lichaam en geest en je niet laten leiden door impulsen van ongebreidelde hartstocht, het najagen van direct genot of het toegeven aan gemakzucht. Het bevrijd voelen als mens is het hoogste goed in ons aardse leven. Deze innerlijke vrijheid kan ook zeker in gevangenschap blijven bestaan, zelfs in de meest erbarmelijke omstandigheden. Innerlijke vrijheid is liefde voor jezelf in de reflecties van meerdere spiegels. Innerlijke vrijheid is geen slaaf meer willen zijn van de eisen van het ego en ons te ontketenen van de geïndoctrineerde ideeën omtrent duale denkbeelden. Innerlijke vrijheid is de keuze van zijn zoals je bent en niet zoals je zou willen zijn in je eigen creatie van een ander.
Vrijheid wordt vaak gezien als de mogelijkheid om te doen en te laten wat men wil, zonder dat een ander hier schade van ondervindt of in zijn of haar ruimte wordt begrensd. Dr. Rudolf Steiner is gepromoveerd op het proefschrift:” Filosofie van de vrijheid”, waarin hij aantoont dat de vrijheid van de mens alleen daarin bestaat dat hij zijn innerlijke geestelijke houding zelf kan bepalen, meer niet. De mens kan dan twee verschillende dingen doen, zijn noodlot aanvaarden of een innerlijke houding van protest aannemen.

Volgens de meeste hersenonderzoekers zijn wij niets meer of minder dan onze hersenprocessen. Ook mentale handelingen berusten op fysische interacties, zodat de menselijke geest eigenlijk alleen maar het fysische aspect van de materie bevat. Deze filosofische stroming noemt men het fysicalisme. Er geldt geen dualistische opvatting van het mens-zijn in lichaam en geest, maar enkel het aspect van de materie. De fysicalistische opvattingen zijn wel degelijk te combineren met vrijheid. Volgens deze denkrichting wordt vrijheid wel degelijk compatibel geacht met de gedachte dat alle beslissingen ons worden gepresenteerd door de biologische mechanismen van onze hersenen. Men neemt aan dat vrijheid bestaat in de ervaring van vrijheid. Vrijheid is het gevoel dat je brein schept, dat je vrij en prettig doet voelen en tevens reflecteert het de suggestie van onvrijheid , die het duale karakter van vrijheid onderstreept. Vrijheid is de vorm waarin we het gevoel van vrijheid ervaren. Vrijheid is het leven beleven als een eigen entiteit, die de uitdagingen in het leven aangaat en zich niet verschuilt achter een façade van fatalistische denkbeelden. Vrijheid is je verzetten tegen ongelijkheid en onrechtvaardigheid en vrede vinden in duale conflicten.

Vrijheid is vrij zijn, vrij denken, vrij handelen in een kader dat wordt begrensd door onvrijheid. Vrijheid is iets dat we zelf moeten vinden en ons niet wordt gegeven door wetten noch bevrijders. Vrijheid is de sleutel die we mogen zoeken om ons gezichtsveld te ontsluiten.

Vrijheid.

vrij zijn als een vogel
hoog in de lucht
zweven over stranden
in duikende vlucht

opnieuw worden geboren
in de zilte lucht
omspan ik mijn aarde
in krijsend gerucht

vrijheid kent geen tijd
van aarzeling voorbij
ik voel het en beleef het
en geef het aan jou
voor ons allebei


J.J.v.Verre.

Literatuur:

- Twee opvattingen van vrijheid, Isaiah Berlin,Uitgeverij Boom, Amsterdam,1996.
-Vrijheid, Wikipedia.