donderdag 24 april 2025

Waarom moeten we zo veel van onszelf?

 

                           - We moeten zoveel van onszelf.

We moeten zoveel van onszelf omdat we in een maatschappij leven waarin prestaties, zelf verbetering en succes enorm worden gewaardeerd. Van jongs af aan leren we dat we “het goed moeten doen”: op school, op het werk, in relaties, in gezondheid, uiterlijk en zelfs in hoe we moeten ontspannen. Alles wordt een meetbare prestatie. En ondertussen zien we op sociale media alleen de hoogtepunten en triomfen van anderen, wat de lat nog hoger lijkt te leggen. Maar vaak zit daaronder ook iets diepers: een verlangen om goed genoeg te zijn. Als ik dit bereik, als ik dat volhoud, dan ben ik waardevol, dan mag ik er zijn. Die innerlijke druk komt niet alleen van buiten, maar ook van binnen.

Maar wat zou de spirituele filosofie hiervan vinden? Hoe kijkt deze traditie naar dit mensbewuste dilemma? Ze kijkt hier inderdaad heel anders tegenaan dan de maatschappij of de psychologie. Vanuit veel spirituele tradities (zoals het boeddhisme, taoïsme, Advaita Vedanta of de mystieke stromingen binnen het christendom en soefisme) komt het idee naar voren dat we in wezen al heel zijn. Dat we niet iets hoeven te worden of te bereiken om waardevol te zijn, want dat zijn we al. Die innerlijke druk om te “moeten” komt voort uit een illusie: het idee dat onze waarde afhankelijk is van onze daden of prestaties.

Het boeddhisme zegt dat het lijden ontstaat uit gehechtheid en verlangens, waaronder het verlangen om iemand te moeten zijn. Ware vrijheid ligt juist in het loslaten van die gehechtheid en terugkeren naar het hier en nu, waar niets hoeft behalve zijn. Het taoïsme benadrukt het principe van wu wei, handelen zonder geforceerde wil. Het idee is dat alles zijn natuurlijke ritme heeft en dat de mens in harmonie moet leven met de Tao (de stroom van het leven), in plaats van ertegenin te vechten met allerlei “moetens”. De Advaita Vedanta, vanuit de hindoe filosofie, stelt dat de kern van wie je bent (Altman) al één is met het goddelijke (Brahman). De zoektocht naar verbetering is als een golf die probeert oceaan te worden, terwijl ze dat altijd al was. De mystieke christelijke of soefi visies spreken vaak over de liefdevolle aanwezigheid van God die al in ons is en dat we die eerder ons behoeven te herinneren dan te verdienen. Dus in het kort gezegd: de spirituele filosofie zou zeggen dat het “moeten” voortkomt uit een vergeten van wie we in essentie zijn. Het ware werk is niet méér doen, maar juist ontleren, het afpellen van de lagen die je van jezelf vervreemden.

Dit afleren is natuurlijk geen spontane actie, maar eerder een proces van zachtjes loslaten, laten vieren, vertragen en thuiskomen in wat er al is. Er zijn manieren en hulpmiddelen welke hiervoor kunnen worden aangewend. Zoals het observeren in plaats van fixeren. In plaats van direct te reageren op het gevoel “ik moet dit, ik moet dat,” ga je het eerst opmerken. Je bijna dwangmatige gedachte onder woorden brengen. Je ziet het als een gedachte, niet als een waarheid. Bijvoorbeeld: “Ik voel de drang om productief te zijn, interessant, maar waar komt dat vandaan?” Je probeert ruimte te creëren tussen stimulus en reactie. Dat is bewustzijn. Meditatie helpt je om terug te keren naar stilte. Niet om iets te bereiken, maar juist om te ervaren dat er niks mis is met dit moment. Gewoon zitten, ademen en waarnemen wat er komt en gaat, zonder oordeel. Langzaam vervaagt de identificatie met al die innerlijke stemmen die zeggen wat je moet doen of moet zijn. Ook kan het behulpzaam zijn om je vriendelijkheid te cultiveren. Afleren gebeurt niet met discipline of strengheid, maar met zachte vriendelijkheid. De innerlijke criticus die jou voortdurend vertelt wat je moet, smelt pas als je leert luisteren met liefde in plaats van oordeel. Denk: “Wat als ik nu al genoeg ben, precies zoals ik ben?” Dat kan behoorlijk radicaal aanvoelen en heb je al je liefdegevoelens nodig om jezelf echt hiervan te overtuigen. Ook kan het helpen om terug te keren naar de eenvoud. Veel spirituele leraren wijzen op eenvoud: wandelen,stilte, natuur, creativiteit zonder doel, aanwezig zijn met wat is. Dat alles helpt je herinneren dat het leven niet per se een project is, maar een mysterie om in te rusten. Je kunt jezelf ook afvragen: Wie is het die moet? Deze vraag is afkomstig uit de Advaita Vedanta en is super krachtig. Wanneer je merkt dat je iets van jezelf moet, vraag dan: “Wie is het die dit moet doen? Wie ben ik?’ Het gaat om de vraag en niet om een antwoord. Maar door deze vraag kun je worden terug gebracht naar het besef dat je misschien veel meer bent dan dat “ikje” met al zijn rare eisen. Afleren is dus eigenlijk een vorm van thuiskomen, steeds opnieuw. Je hoeft niet alles in één keer los te laten. Elke keer dat je even stilstaat, ademt en kijkt met liefdevolle ogen, leer je langzaam een beetje af.

De vraag: Wie is het die dit moet? Blijft een super interessante vraag, die je ook stil maakt. Het lijkt klein, maar opent een diepe ruimte. “Wie is het die dit moet?” is eigenlijk een uitnodiging om te stoppen met meegaan in het verhaal en in plaats daarvan naar de verteller van het verhaal te kijken. Stel: je merkt dat je denkt “Ik moet meer mijn best doen.” Dan vraag je zachtjes: Wie is het die dat moet? En je kijkt. Niet om een slim antwoord te vinden, maar om te ervaren. Je kunt dan bemerken dat die gedachte opkomt in iets groters. Dat jij bewust bent van de gedachte. Dat er iemand kijkt, luistert en bemerkt. En die waarnemer, die stille ruimte, voelt niet gestrest, niet opgejaagd. Die is gewoon aanwezig. Dat “ikje “ dat alles moet, presteren, voldoen, bewijzen, voelt vaak klein, gespannen, geïdentificeerd met een rol of een verhaal. Maar die stille getuige in jou? Die vraagt zich niet af of je genoeg bent. Die kent jou als genoeg. Altijd al. Je zou de vraag dus vaker kunnen gebruiken, als het innemen van medicatie. Wie is het die dit wil? Wie is bang? Wie is het die moet veranderen? En dan beslist geen antwoord willen formuleren, maak kijken en voelen.

Je kunt er ook voor zorgen dat het ik niet teveel moet plannen, want te veel plannen en het niet kunnen waarmaken lokt zeker frustratie uit. Want dat moeten zit vaak verstopt in onze planning: we proberen grip te krijgen op de chaos of onzekerheid, maar als het te strak wordt, gaat het knellen. Als het “ik” steeds probeert het leven onder controle te houden via plannen, dan wordt elk moment een projectie van de toekomst, in plaats van een ervaring van het nu. En als het dan misloopt, dan komt de frustratie, het schuldgevoel, het falen. Misschien schuilt hier nog wat moois in, dat het “ik” niet hoeft te stoppen met plannen, maar dat het leert om losser te plannen. Met ruimte voor het leven en voor die zaken die nog belangrijker zijn. Met zachtheid voor wanneer het anders loopt. Niet: “Ik moet morgen dit, dat en dat af hebben”, maar: “Morgen wil ik hiermee beginnen en ik zie wel hoe het loopt.” Niet: “Ik mag pas ontspannen als alles klaar is”, maar: “Rust en ritme horen óók bij mijn dag.” En als het niet lukt, ligt dat niet aan mijn waarde als mens. Je zou een planning ook bewust spiritueler of zachter kunnen maken. Door op te schrijven bij je planlijstje: “Alleen dit moment is echt.” Of je begint de dag met een intentie en geen tien doelen. Of je stelt jezelf halverwege de dag de vraag: Ben ik nog aanwezig bij alles wat ik doe, of zit ik alweer in wat moet?

Maar hoe kijkt de meerderheid van nuchtere mensen naar de eerder genoemde opmerkingen? Met deze vraag worden twee werelden samengebracht: de spirituele benadering van “loslaten” en het nuchtere, praktische denken van “doe normaal en zorg dat je je zaken op orde hebt “. De meerderheid van nuchter denkende mensen, die meestal rationeel, praktisch en resultaat gericht zijn, zal vaak zeggen: “Natuurlijk moet je dingen van jezelf, anders kom je nergens”. Als je niets plant, komt er niets van”. “Je moet gewoon wat discipline hebben, klaar!” “Het leven is nu eenmaal druk en hectisch, waarmee je moet weten om te gaan. Voor veel mensen geeft plannen en controle een gevoel van veiligheid en richting en dat is op zich heel begrijpelijk. Als je het idee van “je hoeft niets van jezelf” zegt tegen iemand die midden in werkdruk zit of in een opvoeding dilemma of vlak voor een deadline, kan dat al snel klinken als totaal naïef of zweverig en vaag. Of kan worden opgevat als een buitensporige luxe. Maar dat wil niet zeggen dat het één waar is en het ander niet. Nuchterheid en spiritualiteit kunnen naast elkaar bestaan, sterker nog, ze kunnen elkaar versterken. De nuchtere blik helpt je om dingen te doen, die is praktisch gericht op actie en verantwoordelijkheid. Vanuit deze blik stel je doelen, maak je plannen, kom je op tijd, regel je je administratie, zorg je voor je gezin, je werk en je gezondheid. Het is de stem die zegt: “Zet gewoon even door”. De spirituele kijk helpt je om dingen te dragen. Die gaat niet over wat je doet, maar over hoe je aanwezig bent in wat je doet, vooral als het moeilijk wordt. Het is de blik die ruimte maakt voor mildheid, aanvaarding, overgave, vertrouwen en innerlijke rust. Die zegt dingen als: “Je bent al genoeg, ook als het niet lukt”. Een nuchter mens kan baat hebben bij het besef dat niet alles af hoeft. En een spiritueel mens mag soms ook doorwerken om zijn belastingaangifte op tijd in te leveren. De meeste mensen zullen het herkennen, de druk, het moeten, maar misschien niet meteen openstaan voor het idee dat ze dat zouden kunnen loslaten. Vaak pas als ze vastlopen, burn-out raken of voelen: dit gaat zo niet meer. Dan pas komt er ruimte voor iets anders vrij. Vaak zal je tussen die twee werelden in staan. Tussen het verlangen naar rust en het gevoel van: ja, maar ik moet toch gewoon dóór! Samengevat zou je kunnen zeggen: De nuchtere blik helpt je functioneren in de wereld en de spirituele blik helpt je vrijer te zijn binnen die wereld. Ze kunnen worden gezien als twee vleugels, maar je kunt pas vliegen als je ze allebei gebruikt. Alleen maar dóén maakt je moe. Alleen maar zijn maakt je misschien passief. Maar samen brengen ze balans en balans is misschien wel het sleutelwoord. Te veel nuchterheid zonder de spirituele zachtheid erbij kan leiden tot uitputting, controle zucht en het gevoel nooit genoeg te zijn. Je leeft dan vooral van buiten naar binnen. Te veel spiritualiteit zonder aarding in het dagelijks leven kan leiden tot passiviteit, vaagheid of zelfs ontkenning van verantwoordelijkheden. Je leeft dan vooral van binnen naar buiten, maar mist soms richting of stevigheid. De kracht zit in de wisselwerking. Met balans bedoel ik, weten wanneer je moet doorzetten en wanneer je beter kunt loslaten. Wanneer je mag plannen en wanneer je moet voelen. Wanneer je iets moet regelen en wanneer je gewoon moet ademen. Balans betekent dat je innerlijke leiding belangrijker wordt dan externe verwachtingen of rigide systemen. Het is niet zozeer een balans tussen twee uitersten, maar balans in jezelf. Een soort van afgestemde aanwezigheid, een manier van in het moment zijn, waarin je afgestemd bent op wat er werkelijk in jou leeft en op wat de situatie vraagt, zonder jezelf te forceren of te verliezen. Waar jij voelt: “ dit klopt nu voor mij ”.


 Waarom moeten we zoveel?

een harde eis of roepen we dit zelf

dat moet ik weer doen van mezelf

hoger, verder, een eindeloze strijd

een schaduw die je volgt in de tijd


het streven naar perfectie misschien

maar vergeten te voelen en te zien

schoonheid van rust, simpel bestaan

waarin we te kort stil blijven staan


waarom die lichte pijn in ons hoofd

terwijl liefde ons meestal verdoofd

probeer te leren, minder te vragen

meer het juiste gevoel te dragen


luisteren naar mijn innerlijke stem

woordeloos als een onzichtbare rem

die mijn zorgelijke bestaan behoedt

voor een leven dat nog groeien moet


haar slaafsheid vermomt in kracht

die de dwangmatige weg veracht

het moment van verlichting is daar

jezelf ontmoeten is niet raar


J.J.v.Verre.


vrijdag 11 april 2025

Ken uzelf.

 


 “ De mens denkt zichzelf te zijn, maar is slechts een gedachte. Wie zichzelf kent, verdwijnt en wordt alles”.

               - Nisargadatta Maharaj, Indiase spirituele leraar(1897-1981). Foto.



Een vaak onderbelicht begrip uit de spirituele filosofie is “Ken uzelf”. Hoewel het een klassiek principe is, wordt de diepte en praktische toepassing ervan regelmatig over het hoofd gezien. Ken Uzelf is een oud Grieks Aforisme wat wordt toegeschreven aan de filosoof Socrates, doch Socrates populariseerde dit korte statement. Gnothi seauton (ken uzelf), zijn de wijze woorden, in marmer met gouden letters uitgebeiteld, die prijkten boven de tempel van Apollo, de plaats waar de oude Grieken het Orakel van Delphi raadpleegden. Socrates zelf had een ambivalente relatie met aforismen, afhankelijk van hoe ze werden gebruikt. Socrates wantrouwde statements die als afgeronde wijsheden werden gepresenteerd. Ze konden nogal dogmatisch overkomen(alsof de waarheid vaststond), terwijl hij juist twijfel en onderzoek centraal stelde. Ze kunnen misleidend zijn zonder context. Ze konden een vorm van lui denken bevorderen. Aforismen riskeren oppervlakkige acceptatie. Voor Socrates moest een aforisme een startpunt zijn en geen eindpunt. Hij kon de aforismen waarderen mits ze aanzetten tot dialoog(niet tot passief aanvaarden). Ze moesten erkennen dat wijsheid een proces is(geen vaststaand feit). Ze moesten immer bescheidenheid uitstralen, zoals zijn eigen aforisme: “Ik weet dat ik niets weet”. Misschien wel de zin met de diepste vorm van intellectuele nederigheid. Hij gebruikte de term Ken Uzelf als leidend motief bij de benadering van kennis over de werkelijkheid. "Hoe kan iemand iets kennen, als hij zichzelf niet kent? Wie kent er dan? En wat is de waarde van zulke ongegronde kennis?" Hij leek vooral zelf op zoek naar die ultieme kennis van het diepste zelf, waarzonder men niets echt kent.*

Maar waarom is het begrip “Ken uzelf ” nu onderbelicht? Veel mensen zien het als een algemene oproep tot zelfreflectie, maar het omvat veel meer. Zoals het doorzien van illusies(maya), het herkennen van het ware Zelf(Atman/Bewustzijn) en het loskomen van identificaties met het ego. In een wereld vol prikkels is diepe zelfonderzoek vaak ondergeschikt aan snelle zelfhulp of oppervlakkige spiritualiteit. Echt zelfkennis vereist het onder ogen komen van schaduwkanten, conditioneringen en angsten, zaken waar velen voor terugdeinzen. Socrates en Heraclitus benadrukten het als weg naar wijsheid: wie zichzelf kent, kent het universum. Zonder zelfkennis blijven spirituele oefeningen(meditatie, gebed en yoga) vaak beperkt tot technieken in plaats van transformatie. Het is de basis voor authentieke groei, compassie en bevrijding uit het lijden.

Zelfkennis en zelfreflectie zijn beide essentieel voor persoonlijke groei en begrip, maar ze hebben verschillende doelen en toepassingen. Zelfkennis is het diepgaande begrip van je eigen karakter, waarden, sterktes, zwaktes en doelen. Het gaat om de essentie wie je bent als persoon op een fundamenteel niveau. Het streven naar zelfkennis draait vaak om het ontwikkelen van een duidelijk beeld van je eigen identiteit en levenspad. In spirituele context kan zelfkennis leiden tot een hoger bewustzijn. Zelfkennis ontstaat meestal over een langere periode en kan worden opgebouwd door introspectie, ervaringen en leren van je keuzes en gedragingen. Het idee van zelfkennis overstijgt religieuze en culturele grenzen en is een uitnodiging om een leven te leiden dat geworteld is in bewustzijn en waarheid. Het benadrukt dat ware wijsheid begint bij een diep begrip van jezelf. Zonder zelfkennis leven we vaak op de automatische piloot of naar verwachtingen van anderen. Dan denken we dat we kiezen, terwijl we eigenlijk reageren. Ken uzelf, is een uitnodiging om te doorzien waarom je doet wat je doet. Wie zichzelf kent, kan ook beter de ander begrijpen. Je projecteert minder, communiceert helderder en neemt verantwoordelijkheid voor je eigen emoties. In een wereld vol met prikkels en belevingen is zelfkennis een innerlijk kompas. Het helpt je koers te houden, ook als het om je heen stormt. Ken uzelf is geen eindpunt, maar een levenslang proces. Het is een uitnodiging om op een eerlijke wijze, met nieuwsgierigheid en op milde manier, naar jezelf te kijken. Maar het is ook de basis voor groei, verbinding en innerlijke vrijheid.  Zelfreflectie is een actieve praktijk waarbij je nadenkt over je gedachten, gevoelens, daden en acties in specifieke situaties. Hierbij kunnen acties worden opgevat als algemene handelingen, fysieke of mentale bewegingen, zonder noodzakelijkerwijs een moreel oordeel. Terwijl daden vaak worden beschouwd als bewuste, doelgerichte handelingen met een duidelijke intentie. Ze hebben een diepere betekenis en worden soms beoordeeld op hun ethische waarde. Zelfreflectie is een proces van evaluatie en analyse. Het doel van zelfreflectie is gericht op leren van je gedrag en je effectiviteit verbeteren. Met effectiviteit verbeteren bedoel ik niet per se efficiënter of productiever worden in traditionele zin, maar meer dat het gaat om persoonlijke groei en de manier waarop je handelt, voelt en omgaat met anderen en met jezelf.  Het is vaak praktisch en situationeel, zoals het reflecteren op hoe je reageerde in een conflict. Het proces verloopt meestal korter en specifieker dan zelfkennis, zoals het evalueren van een recente ervaring om er lessen uit te trekken. Zelfreflectie is een methode, een werktuig dat je helpt om zelfkennis te ontwikkelen. Het is alsof zelfreflectie een reeks momenten biedt om naar jezelf te kijken, terwijl zelfkennis het grotere, onderliggende beeld vormt dat je door reflectie ontdekt.

In de Advaita Vedanta traditie, waar Nisargaatta Maharaj een belangrijke figuur was, betekent “ken uzelf” de erkenning dat je niet het ego, de gedachten of de lichamelijke identiteit bent, maar dat je het onvergankelijke, oneindige bewustzijn bent, hetzelfde als Brahman, de ultieme realiteit. Het idee is dat, door jezelf te kennen als dat wat je werkelijk bent, je bevrijd wordt van lijden en misleiding en je de eenheid van alles zult ervaren.

In bredere zin nodigt “ken uzelf “uit tot reflectie over wie je werkelijk bent, los van externe invloeden, sociale rollen of materiële bezittingen. Het draait om het doorzien van je diepste aard en het begrijpen van je plaats in de wereld. Het is eigenlijk een oproep tot introspectie en zelfbewustzijn, niet alleen op een intellectueel niveau, maar op een diep innerlijk niveau, waar je de waarheid van je bestaan kunt ervaren, als de sluier van de illusie door de energie van het licht is gesublimeerd.

Zelfreflectie kan een krachtig hulpmiddel zijn om je persoonlijke groei te bevorderen en meer bewust te leven. Er zijn wel enkele manieren hoe je dit in het dagelijks leven kunt toepassen. Ruim dagelijks een paar minuten in om in stilte na te denken over je beleefde dag, je keuzes en je gevoelens. Dit kan gebeuren vlak voor het slapen of  's ochtends vroeg. Stel jezelf de volgende vragen: Wie ben ik echt, los van mijn rollen en prestaties? Wat zou ik anders willen doen, als ik mezelf echt de ruimte gaf? Hoe voelde ik mij vandaag en waarom? Waar ben ik tevreden over geweest en waar ontevreden? Welke emoties hebben mij doen wankelen en waarom was dat? Het behoeven zeker geen diepzinnige vragen te zijn om je inzicht in je gedrag en emoties beter te kunnen begrijpen. Soms ligt de kracht juist in eenvoudige, directe vragen die je even stil laten staan bij wat er speelt. Zoals de vraag: Wat ging er goed vandaag? Wat voelde fijn vandaag en waarom? Waardoor werd ik geïrriteerd en hoe kwam dat nu? Wat gaf me rust vandaag? Wat had ik liever anders gedaan vandaag? Ook schrijven is een effectieve manier om je gedachten en gevoelens te ordenen. Je kunt een dagboek bijhouden om te noteren wat je hebt geleerd, waar je trots op bent en wat je nog anders zou willen doen. Ook meditatie kan voor sommige mensen een manier zijn om verbinding te maken met hun innerlijke zelf en op die manier te concentreren en ook rust te vinden. Meditatie moedigt je aan om je gedachten zonder oordeel te observeren. Door regelmatig te mediteren, creëer je een mentale ruimte waarin je jezelf kunt afvragen wat je waarden en doelen zijn en hoe je leeft in lijn met die overtuigingen. Dit helpt je ook om patronen in je denken en gedrag te herkennen, wat essentieel is voor zelfreflectie. Ook kan het zinvol zijn om anderen te vragen om feedback te geven, want veelal zien vrienden, familieleden of collega's dingen van ons, die we zelf niet opmerken. Zelfreflectie draait niet alleen om verbetering, maar ook om acceptatie. Iedereen heeft nu eenmaal sterke en zwakke punten. Door regelmatig zelfreflectie toe te passen, kun je beter begrijpen wat je motiveert en wat je kunt doen om een leven te leiden dat in lijn is met jouw waarden en doelen. Omarm wie je bent met het aforisme Ken uzelf. En met deze zin wil ik een warme, menselijke dimensie terugbrengen in een gedachte die soms te veel rationeel wordt benaderd. Ik ben jij en jij bent mij. Wij zijn zij, met ons erbij.

J.J.v.Verre.


             -Het Orakel van Delphi, gewijd aan Apollo, god van de zon.

Bronvermelding:

-  Citaten van Socrates, citaten.net/ Wikipedia.*
-  Orakel van Delphi, nl.wikipedia.org.
-  Nisargadatta Maharaj, nl.wikipedia.org.

 Ken Uzelve


gouden letters weerspiegelen

in het licht van machtige Apollo

het gekraai van priesteressen

schaart zich om de heerser


wijsheid daalt als avonddauw

maar wie verstaat haar taal?

orakel liegt niet, maar toch

ziet elke ziel slechts wat zij wil


goden lachen in hun schijn

hun raadselen zijn scherven

wie waagt te kijken, lang en diep

vindt slecht zichzelf in ‘t duister


ken uzelve, maar wee de geest

die meent het oordeel te dragen

wie waarheid werkelijk vreest

zal nimmer het licht verdragen

                  ---