zaterdag 19 juli 2008

De stem van de Zon.



De bron van onze aards bestaan is de Zon.
Deze dichtstbijzijnde ster staat op een afstand van 155 miljoen
kilometer van de aarde.
De Zon is een gele dwergster en omvat 99% van de massa van ons
gehele zonnestelsel.
De Zon bevat voornamelijk waterstof en voor een klein deel helium.
Per seconde wordt zo’n 600 miljoen waterstof in 596 miljoen ton
helium omgezet.
Ongeveer 4 miljoen ton komt als energie vrij in de vorm van
elektromagnetische energie.
Deze energie ontstaat door het fuseren(=samensmelten) van
4 waterstofkernen tot een heliumkern.
Van de Zon vliegt een constante stroom deeltjes weg met een
temperatuur van zo’n 100.000 graden Celsius.
Ze vliegen met een snelheid van 450 km per seconde en
deze zonnewind komt voorbij de baan van onze dwergplaneet Pluto,
op zo’n 10 miljard km van ons verwijderd.
Zonnevlekken zijn gebieden met zeer sterke magnetische activiteit
waardoor het energie transport van de hete binnenkant naar
de oppervlakte beperkt wordt.
Het magnetische veld veroorzaakt een sterke verwarming van de kern.
Het aantal zonnevlekken dat zichtbaar is varieert over
een 11 jarige cyclus.
Deze zonnecyclus heeft een belangrijke invloed op het aardse klimaat.

Minimale zonneactiviteit houdt verband met lagere temperaturen
op aarde en langere zonnecycli veroorzaken hogere temperaturen op aarde.
Waarschijnlijk heeft de Zon meer invloed op klimaat veranderingen op aarde,
dan veranderingen in onze dampkring en de invloed van planeten bij elkaar.
De zonne-energie zorgt voor warmte en licht, zonder deze twee grootheden zou
het leven op aarde niet mogelijk zijn.

De Grieken noemde haar helios en de Romeinen sol .
Vroegere beschavingen eerden de Zon als zonnegod en bouwden zonnetempels.
Een zonnegod is de Zon als godheid vereerd.
In veel oude culturen zoals bij de Egyptenaren,de Germanen,
Kelten en Azteken was dat het geval.
De Egyptenaren vereerden de ochtendzon, Chepri ;de god die met z’n schip
langs de hemel voer,Ra en de avondzon Atoem.

De lichtkracht van Achnaton,een van de meesters van Sirius,wordt beschreven
die het vrijkomen van kennis zou stimuleren.
We kennen de zonnetempel uit het verhaal van Kuifje en de Inca tempel in Peru.

Wat is nu de spirituele betekenis van onze zon?
Het is de brenger van het licht,de schepper van kleur,de drager van warmte .
De tovenaar van liefde en vrolijkheid en de boodschapper van einde en begin.
Wij mensen zijn geëvolueerde zonnekinderen, licht energieën die zijn gematerialiseerd.
Wij blijven als ex lichtwezens met de koperen ploert verbonden.
De Zon is de energie centrale van geest en materie, de verwekker van leven,
van denken, van voedsel en brandstof.
De astrologische betekenis van de Zon vinden we terug bij de oude Grieken.
De Zon werd gezien als lichtgever.
Apollon (Apollo), de ambassadeur van de Zon was de boodschapper van het
innerlijke licht.
“Ken u zelve”was de zinspreuk op zijn grafsteen in Delphi.
Dit schetst het belang van Apollo als symbool van bewustzijn.
Deze god werd niet gezien als de Zon zelf.
Hij droeg de Zon dagelijks van oost naar west.
De eigenlijke Zon was ver weg en onaantastbaar.
Dat was de kern,de essentie van het leven,onbenaderbaar
en niet te begrijpen.
Apollo’s menselijke gedaante laat zien dat hij een weerspiegeling is
van de menselijke geest.
Een instrument voor het onbeschrijfelijke.
Het is daarom niet verwonderlijk dat zowel Pythagoras als Plato
beiden een voorkeur hadden voor de figuur van Apollo.
Apollo als voorbeeld van het filosofisch denken.

Apollo de heerser van de wereld,de profeet,de genezer en de cultuur brenger.
Op munten uit Delphi zien we afbeeldingen van de navelsteen,als een punt in het midden van een cirkel.
Delphi,de navel van de aarde,het centrum waar het licht
incarneerde op aarde.
De cirkel werd in verband gebracht met Apollo,vanwege de enorme
omtrek van de zon.
De cirkel zonder begin noch einde en als teken van de
goddelijke eeuwigheid.
In de astrologie wordt dit teken nog steeds gebruikt om
de Zon te symboliseren.
Asklepios zelf zou de zoon van Apollo zijn, een als mens geïncarneerd
deel van deze godheid.
De Grieken zagen ziekten als een combinatie van lichamelijke en geestelijke discongruentie.
Afgesneden te zijn van het licht van de zon.
In de schaduw van de duistere krachten.
Om de harmonie in de ziel te herstellen,werd gebruik gemaakt van muziek
en werd er gewerkt met de interpretatie van dromen,die de stap
naar het onbewuste zette.

Muziek gaf de stem weer van de kosmische sferen,het geluid van de
galactische harmonie.
De stem van de zon roept nog in stilte en we zullen ver in onze
herinnering terug moeten gaan om de muziek van haar licht te horen.

J.J.v.Verre.

zondag 13 juli 2008

De dodencel.


-Acryl op hout door Wendela Westenburg, april '07.


Deze filosofische beschouwing is ontleend aan het gedicht:”de achttien doden”
van dichter Jan Campert(1941).
Dit prachtige verzetsgedicht beschrijft het gevoel van de
“ware vaderlander”, als verzetsman opgepakt en opgesloten in een dodencel, de nacht voor zijn executie.

Mijn leven was te kort om nagedacht te hebben over goed en kwaad.Het was verstopt als de witte watten in het plastic zakje op mijn moedersslaapkamer, wiens rijgende koortje de toegang versperde.Het is gebeurd zoals het gebeuren moest onder deze omstandigheden.Niet zomaar over je heen laten lopen.Je tanden laten zien.Ik was niet schuldig.Maar zeker niet onschuldig.Onschuld was een voorzichtige,laffe keuze van laten gebeuren,over je heen laten komen en net doen of je nog een pas geboren baby was.Deze onschuld stond ver van mij af,maar over de schuldvraag bestonden nog vele vraagtekens.Wat betekent schuld als men zich verzet tegen een meedogenloze onderdrukker,die het goede van een samenleving vernielt en sommige bevolkingsgroepen wil uitroeien.Maar wat maakte het uit als ik dood zou zijn?
De betrekkelijkheid overviel mij.
Ik dacht aan hen die voor mij hier zaten.Geloofden zij in hun heldenrol?
Dat hun leven het dood zijn waard kon zijn.Ik denk dat de onvermijdelijkheid van hun dood,de doodals held tot iets groots van hen maakte.
Iets dat lijkt op een keuze,maar waarbij elke vorm van kiezen is ontkracht.
Hebben wij helden,slachtoffers een eigen wil gehad die ons levenspad daadwerkelijk heeft geleid?Wat is een eigen wil?
Is een eigen wil dezelfde illusie die wij koesteren als de waarheid en werkelijkheid in onze aardse wereld ?
De waarheid van de vrije wil is niet dat de mens in vrijheid een keuze kan maken, maar dat in gedachte een keuze vrijheid mogelijk is.
Het goed zijn als de “ware vaderlander” was slechts een symbool voor innerlijke rust.
Het zekere weten dat de vrijheid in je geboorteland en het leefklimaat beter zouden zijn gediend zonder die bezetter en overheerser.
Een gewapende overval op de gevangenis was anders verlopen dan gepland.
De schuld als moordenaar van drie jonge gevangenis bewakers was pijnlijk,maar deed geen pijn, omdat de rol van vrijheidsstrijder de ethische schuldvraag overwon.
Het weten van de consequenties die het soldaat zijn of vrijheidsstrijder met zich mee brengt is bekend:het mogelijk doden van de tegenstander.
Het lot van een gevangen genomen soldaat is internationaal
beschermd,maar een opgepakte verzetsstrijder is overgeleverd aan de grillen,de haat en de laagste driften van de “bezetter”.
De soldaat valt onder de overeen gekomen spelregels, de verzetsman is opgejaagd wild en weet dat het met zijn leven is gedaan als hij of zij wordt opgepakt.

Het spaarzame licht viel in smalle strepen de enge ruimte binnen. De laatste ochtend was aangebroken die het einde van het leven inleidde.Het afscheid, de dood, het verlaten van de wereld zou weldra plaats vinden.
Ik voelde me schuldig geen afscheid te kunnen nemen van mijn liefste, mijn ouders, broers en vrienden in mijn te korte leven.Ik voelde me onschuldig omtrent de aanklacht: een gewetenloze moordenaar te zijn.De verwarring van alternerende gedachten omtrent mijn daad,mijn geloof in bevrijding van mijn land,de schuld van doden en gedood worden,God en de zin van het leven,het verdriet maakte mij krachteloos en klein.
Mijn nietige ik in deze veel te kleine cel werd overgenomen door een spirituele kracht welke het hoe en waarom afzwakte en een daadkrachtig “daarom” in de plaats stelde.In mijn droom dansten we om de vrijheidsboom,mijn liefste en ik, mijn ouders en ook de familie van de omgekomen cipiers.
We dansten steeds sneller in het rond totdat de gezichten vervaagden en een snelheid in het niets overbleef.Een duizelingwekkende snelheid waarbij het denken niet meer mogelijk was.Er werd voor mij gedacht,maar die gedachten kon ik niet goed begrijpen.
Ik kon mijn ogen nauwelijks openen,maar toen ik ze geopend had was ik weer terug in mijn cel.Een nieuwe werkelijkheid had zich aangediend en het begrijpenwas vervangen door beleven.Mijn beleven van de noodzaak van mijn daad was duidelijk.Alles had een onvervangbare plaats in de meer dimensionale werkelijkheid.Mijn werkelijkheid zou een symbool worden voor de strijd tegen het onrecht en onderdrukking.

Leven in verbondenheid met alles wat is, met alles wat was en met alles wat nog gaat komen, waren mijn laatste gedachten.

J.J.v.Verre. mei 2005