zaterdag 2 mei 2009

Dood zijn.

-----------------------Acryl op linnen, Mieke Westenburg.


De zijnsconstante die de menselijke entiteit in zich draagt,is een onvoorwaardelijk zijn en zou eigenlijk is moeten worden genoemd. De cesuur die het sterven schept is het breukvlak tussen twee delen der materie welke eigenlijk één zijn. Alleen in onze lineaire,driedimensionale wereld lijkt het alsof er een splitsing optreedt in wat wij dood of levend noemen. Leven is een vorm van geanimeerde stoffelijkheid en dood is het verlies daarvan. Leven is gecoördineerd bewustzijn, zowel locaal als non locaal, het dood zijn beëindigd de locale vorm. Dood zijn is puur bewustzijn en is een frequentie afhankelijke energieunit in het veld dat ons omringt. Het dood zijn of niet dood zijn is afhankelijk van de trillingfrequentie van onze spirituele energie. In deze fase zijn we dood,doch “leeft” ons stoffelijk omhulsel nog. Vanaf de conceptie wordt de organisatie “mens” opgebouwd en geleidelijk aan weer afgebroken en uiteindelijk valt deze mens uiteen en ook dat noemen we dood. Het verlies van animatie is zichtbaar,voelbaar maar illusoir vanuit een extra dimensionale werkelijkheid. In de discussie over het voortbestaan na de dood kan men zich afvragen of de mens persoonlijk en bewust voortleeft of onpersoonlijk en onbewust. Blijft het voortbestaan van de energie zelfstandig of integreert ze in het omringende veld? Spiritueel gezien is het onderscheid tussen dood en leven een dualistische voorstelling van twee gelijke vormen. De geanimeerde stoffelijke vorm en de vrij energetische vorm waarbij deze twee vormen gelijktijdig bestaan en alleen de trillingfrequentie verschilt.Het is als immer aanwezig zijn,blijft een lastig te begrijpen fenomeen dat het zijn buiten de tijd plaatst.Dood zijn en leven verschilt dan enkel in de tijd en niet in het nu,de eeuwige plaats van het is. De bron van het leven is de bron van het leven. Geboorte en doodgaan zijn slecht aardse fenomenen die we beschrijven zonder kennis van het is. De trillingfrequentie is de energie van het is,dat de interactie met het omringende veld bepaald. Hierbij is slecht een minuscuul deel van het veld toegankelijk. Hoe verder het is evolueert hoe meer veld interactie mogelijk wordt. Het is dat zich met het veld verbindt,kan alle aardse ervaringen opnieuw beleven en zal zijn eigen dood zijn niet ervaren,doch wel indirect bemerken. Een ervaring is een zichzelf verrijkende vorm van bewustzijn. Het is kan zich niet bewust worden,maar de mens maakt zichzelf het is bewust. Het is zelf is puur bewustzijn. Binnen het is kan niets worden verplaatst binnen de niettijd. Het idee van reïncarnatie moet worden aangepast,want buiten de driedimensionale ruimte kan men niet terugkomen als men niet weggegaan is. Dood zijn kent geen angst,geen pijn,geen verdriet en alleen de liefde voor alles wat is.
Ik kijk in de spiegel en zie mijn spiegelbeeld langzaam verdwijnen.De ruimte die in het lege beeld ontstaat is onmetelijk groot. Welke ruimte neem ik waar? De mens creëert zijn eigen wereld,zijn eigen werkelijkheid.De vormverandering in de spiegel is dat een andere werkelijkheid,een illusie,een hallucinatie? Nee het is alleen een andere trillingfrequentie die met onze zintuigen speelt. Het ik, de vorm in de ruimte wordt vervangen door het is. Dood zijn is de bron van het leven,de samensmelting met de kosmos,de weerspiegeling van de ziel.

J.J.v.Verre.

Geen opmerkingen: