woensdag 1 december 2010

Een moment van rust.




Absolute rust en oneindige snelheid zijn één en hetzelfde. Deze zin zal ons verbazen als wij de betekenis van een oneindige snelheid niet meteen tot ons door kunnen laten dringen. Een oneindige snelheid betekent sneller zijn dan de snelheid van licht. Deze snelheid van +/- 300.000 meter per seconde stelt ons in staat om te begrijpen wat we met onze visuele zintuigen waarnemen. Maar een oneindig grote snelheid betekent dat “iets” overal is, zonder dat daarbij de tijd verstrijkt. Daarom is een oneindig grote snelheid gelijk aan rust, aan absolute rust.
De rust die wij zoeken om ons lichaam te verwennen, is een illusoire gebeurtenis. Het lijkt dan dat we in een toestand verkeren van harmonie en dat eisen van de omgeving ons even niet kunnen binnendringen. Maar ons lichaam is nooit in rust en onze geest evenmin. Ons denken gaat gewoon door en sommige onderzoekers menen dat zelfs onze dromen ook overdag onverminderd plaatsvinden. Ons lichaam is een grote chemische fabriek waarin hard wordt gewerkt en tevens wordt elke cel,elke bouwsteen energetisch gezien meer dan 14 x per seconde opnieuw opgebouwd. Pulserende materie, welke cyclisch wordt gedesintegreerd. Van chaotische energie tot geordende massa. Van blauwprint tot levende lichaamscel. Waar deze drive vandaan komt is nog onduidelijk.Is het ons DNA, het junk-DNA of de fotonen activiteit op celniveau, die mogelijk in relatie staan met elektromagnetische velden buiten ons lichaam. Wij zijn een deel van een groter geheel, onze leefgemeenschap, de maatschappij, de aarde, de kosmos. Maar ook dit grotere geheel is een deel van ons. Elk deeltje bestaat uit alle andere deeltjes. Wij zijn als mensen alles wat de kosmos bevat en slapen nooit en worden ook niet wakker. De droom die het leven ons voorspiegelt is de reflectie van de ruimte in een waterdruppel, de projectie van de sterrenhemel op ons netvlies en de illusie dat wij als mensen alleen maar een onderdeel zijn van het geheel. De illusie dat wij als denkende individuen menen dat wij zelfdenkende entiteiten zijn, die zich kunnen afzonderen van het geheel. We kiezen een masker uit als creatieve keuze om onze ziel te verstoppen in een imaginaire werkelijkheid.

Ik sla mijn benen over elkaar en ga rustig zitten lezen in een nieuw boek. De informatie die nu nog in woorden ligt opgesloten zal mij herinneren aan nieuwe ideeën. Ik voel me rustig en ben me bewust van het kloppen van mijn hart. De zachte muziek op de achtergrond verjaagd storingssignalen uit mijn hoofd en ik voel me prettig alleen.

Bij diepe introspectie is mijn bewustzijn gefocust op het allerkleinste, op het binnenste van een atoomkern. Ik probeer te overdenken wat we nu weten omtrent die subatomaire deeltjes. Deze gegevens zijn ook als parallel te verschuiven naar de mens als deel van het universum. Elk deeltje is in het meerdimensionaal denken zijn eigen middelpunt, doch alle deeltjes zijn even belangrijk in aan- en afwezig zijn. Misschien is elk deeltje wel hetzelfde in een andere dimensionale fase. Alle deeltjes hangen met elkaar samen, doordat elk deeltje een functie is van alle andere deeltjes. Elk deeltje heeft slechts bestaansrecht in aanwezigheid van de anderen. Elk deeltje heeft een tijdelijke plaats in het universum, doch kan zich overal bevinden en met elk ander elementair deeltje van plaats wisselen, of daarmee integreren. Hierdoor kan het geheel verdwijnen en als iets nieuws verschijnen. Ook heeft elk deeltje zijn tegenpool, het antideeltje. In samenhang met dit omgekeerd evenredige deeltje kan het zichzelf opheffen, maar kan zich er nooit van losmaken . Het hangt er nauwer mee samen dan met andere deeltjes. Eigenlijk heeft een geïsoleerd deeltje helemaal geen bestaansrecht en bestaat alleen in relatie met anderen. Het bestaat als onderdeel van een geheel en het geheel bestaat uit onderdelen van het ene deeltje.
Wij zijn als mensen vergelijkbare deeltjes.Ons bewustzijn is verbonden met het veld van energie dat ons omringt en ons de levenskracht verleent.We zijn een verbonden eenheid van menszijn.
Ik ben jij, jij bent mij en wij zijn zij met ons erbij.

J.J.v.Verre.

Geraadpleegde literatuur:
-Heelheid en inpliciete orde, David Bohm.
-Het nieuwe denken, Fritjof Capra.
-The Tao of Physics, Fritjof Capra.
-De eenheid van mens en wereld,Rüdiger Dahlke.

1 opmerking:

Anoniem zei

Dank je wel voor deze overpeinzing , die ik nu een paar keer gelezen heb in december,en welke een direkte connectie heeft met hoe ik me voel...
Één van een geheel, in rust en in plaats van het vroegere, 'in staat zijn tot relativeren', nu de relativering zelf geworden te zijn. Rust inderdaad. Warme groet, Marita

www.devallei.net