zaterdag 6 augustus 2011
De Ideeën.
De Ideeën is een door Plato bedacht begrip dat scheppende krachtstructuren omschrijft welke pas door het geestelijk oog kunnen worden gezien door ervaring van energieën uit de niet stoffelijke wereld. Het zijn dus geen begrippen die het verstand heeft gedestilleerd uit de zintuiglijke waarneming. Onder de Ideeën worden het “goede”, het ”ware” en het “schone” geschaard.
Het woord “idee” is afkomstig van het Griekse woord “idea” wat gestalte of aanblik betekent en heeft niets met ons woord idee te maken. Plato gebruikte ook het woord eidos (=vorm) voor zijn Ideeën. In het Engels hanteert men het begrip “Theory of Forms”, om zo de verwarring met het woord idee te vermijden. Latere Platonisten legden de Ideeën uit als zijnde aanwezig in de menselijke geest, van daaruit heeft het woord idea in de Westerse talen de betekenis gekregen van opvatting in iemands geest, idee.
Van de ideeën zegt Plato dat ze “waarlijk zijn”. Hiermee wil hij aangeven dat ze eeuwig bestaan en nooit veranderen. Dit in tegenstelling tot het stoffelijke om ons heen, dat tijdelijk is en voortdurend onderhevig aan verandering. Ze danken hun “afgeleide bestaan” aan de Ideeën. Plato verklaart dit nader door te formuleren dat deze voorwerpen “deelhebben aan” een idee. De idee heeft dan de essentie van oerbeeld. In de dialoog Timaeus wordt een referaat vermeld van de hoofdpersoon, Timaeus van Locri, die een metafysische, theologische en teleologische bespiegeling geeft op het ontstaan van het universum.
De Timaeus kan men beschouwen als Plato’s theorie over alles. Alles wat de mens op aarde raakt komt aan bod. Van het universum tot aan de menselijke anatomie en tevens wordt de legende van Altantis hierin beschreven.
In dit werk vertelt Plato een uitvoerig en nauwgezet verhaal omtrent het ontstaan van het universum. Hij begint met een soort van verwondering en bewondering voor het feit dat het universum zo mooi en ordentelijk is geconstrueerd. Dit is dan weer de grond om een verklaring te kunnen geven voor dit ordelijke geheel, wat de filosoof in hem betaamt. Hij ziet dit ordelijke geheel als een product van een doelgericht opererende, goedaardige intelligentie. De Maker van dit geheel is een soort van goddelijke kunstenaar, die hij demiurg noemt. Deze figuur is niet vergelijkbaar met een god, die iets uit het niets kan scheppen. Maar als de demiurg zich conformeert aan de Ideeën, die hij als een perfect model kan gebruiken, kan hij de chaos omvormen tot een geordend geheel. De Thimaeus gaat uit van de vier elementen die het universum hebben gevormd: aarde, water ,vuur en lucht. Plato ging er vanuit dat elk van deze elementen uit andere deeltjes met verschillende geometrische vormen was samengesteld. Het kleinste partikeltje van elk element heeft een bepaalde geometrische vorm. De kubus, het regelmatige zesvlak voor water. De octaëder, het regelmatige achtvlak voor het element lucht. De icosaëder, het regelmatige twintigvlak, voor water en de tetraëder, het regelmatige viervlak voor het element vuur. Elk van deze regelmatige vlakken zijn weer samengesteld uit driehoeken. Slechts enkele driehoeken werden toegelaten, hoeken van 30-60- 90 graden en die van 45-45-90 graden. Elk element kon herleid worden tot de driehoeken die het vormden. Andersom konden de elementaire driehoeken weer worden hervormd tot andere elementen. Dit idee dat de elementen onderling inwisselbaar waren, was de bron voor de ontwikkeling van de alchemie. Plato zelf beschrijft nog een vijfde element waaruit de kosmos zou bestaan. De dodecaëder of kwintessens, een ruimtelijke figuur met 12 vijfhoekige vlakken, 20 hoekpunten en 30 ribben, die hij toewijst aan de hemel met de 12 sterrenbeelden. Ook de latere kwantummechanica heeft duidelijke raakvlakken met de hierboven beschreven opbouw der elementen. Verder wordt in de Timaeus nog de muziektheorie, omtrent de PythagoreÏsche toonladder behandeld en de gulden snede. Het laatste deel van de dialoog handelt over het scheppen van mensen, anatomie en zintuigen. Ook wordt de menselijke ziel beschreven en vertelt iets over zielsverhuizing.
Alleen de Ideeën bezitten de mathematische perfectie om de chaos in het gareel te brengen en een harmonisch geheel te scheppen. Hierdoor kunnen schoonheid, rechtvaardigheid en moed ontspruiten uit de kiem van de Ideeën.
De Timaus was door de Latijnse vertaling van Cicero al in de Middeleeuwen bij ons bekend, eerder dan de vertalingen uit het Grieks van andere werken.
De Timaeus is een belangrijk werk in het begrijpen van het universum en geeft het belang aan van de wiskunde in het menselijk leven en in het menselijk denken. Niet alleen een spel der verbeelding, maar een bron van waarheid? Misschien is leven alleen maar wiskunde en is de juiste formule die alles kan verklaren nog niet gevonden.
J.J.v.Verre.
Literatuur:
-Timaeus,by Plato,360BC,translated by Benjamin Jowett.
New York,C.Scribner's Sons,1871.
-Plato's natural philosophy,a study of the Timaeus/Critias,
Thomas Kjeller Johansen & Kjeller Johansen Thomas,
Cambridge University Press, juni 2008.
-Book of shadows forum,www.bookofshadows.nl/forum
-Plato-Wikipedia.
-Plato's Ideeënleer-Wikipedia.
-Timaeus/Plato, translated by Donald J. Zeyl.Hackett Publishing Co,Inc,april 2000.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten