- In de kosmische visie is schuld geen last, maar een teken dat we luisteren en bereid zijn onszelf te herzien.
Schuld is een rijk filosofisch thema dat raakt aan ethiek, verantwoordelijkheid, vrijheid, religie en zelfs metafysica. Ik wil in deze filosofische beschouwing ingaan op definities, denkrichtingen en invalshoeken.
Wat is schuld? Schuld is een begrip dat meerdere lagen kent. Schuld kan in meerdere contexten een andere betekenis hebben. In de financiële context is schuld geld dat men heeft geleend of nog verschuldigd is. In juridisch opzicht wordt schuld gebruikt als aansprakelijkheid binnen het rechtssysteem en om verwijtbaarheid te beschrijven, zoals in strafzaken. Een andere laag van schuld is de morele schuld, het bewust schenden van een ethische norm of plicht. We kennen de religieuze schuld, wanneer er een overtreding plaats vindt van een goddelijke of heilige orde. En er bestaat nog een existentiële schuld, een gevoel van tekortschieten in het mens-zijn zelf. De filosofie onderzoekt niet alleen of iemand schuldig is, maar wat het betekent om schuldig te zijn en wat de grondslagen zijn van schuld en verantwoordelijkheid.
De klassieke perspectieven van Plato en Aristoteles verbinden schuld aan intentie en rede. Een daad is slechts verwijtbaar als ze bewust en uit vrije wil werd gesteld. Aristoteles noemt in zijn Ethica Nicomachea dat er alleen schuld is waar sprake is van keuze (prohairesis). Augustinus ziet schuld als de wil zich afkeert van God en kiest voor het lagere, tijdelijke. De mens draagt de erfzonde: zelfs zonder persoonlijke daad is er sprake van schuld. De schuldige wil is de oorsprong van kwaad, niet het lichaam of de wereld. Volgens Immanuel Kant ontstaat schuld als iemand handelt tegen de categorische imperatief, de plicht die uit de rede voortkomt. Schuld is een innerlijke kwestie, zelfs als niemand anders het weet, ben je jezelf iets verschuldigd. Heideggers benadering van schuld is diep verbonden met zijn fundamentele analyse van het menselijk bestaan. Hij benadert schuld niet in morele, juridische of psychologische zin, maar in existentiële zin. Heidegger verbindt schuld ook met geweten. Voor hem is het geweten geen moreel oordeel, maar een roep vanuit ons diepste zijn, die ons wakker maakt. Het zegt ons: je leeft oneigenlijk, je bent niet trouw aan je eigen mogelijkheden. Deze “roep van het geweten” is een herinnering aan onze existentiële schuld. Zo functioneert het geweten bij Heidegger als een weg naar authenticiteit (Eigentlichkeit). Nietzsche schrijft in Zur Genealogie der Moral, dat schuld oorspronkelijk is verbonden met schuld als schuldenaar, een economische oorsprong. Het schuldgevoel is een innerlijke schuldbekentenis die de mens tegen zichzelf keert, vooral door de moraal van het christendom. Het geweten is een mechanisme om schuld op te kroppen: “de mens werd ziek van zijn eigen moraal.” Hierbij gebruikt hij het woord ziek niet als medische term, maar existentieel: de mens is innerlijk verdeeld, verzwakt, zelf hatend geworden. Hij is vervreemd van zijn instincten, zijn lichaam en zijn wil tot leven. “De mens is het zieke dier.” Ook bij Jean Paul Sartre is schuld diep geworteld in zijn existentialistische filosofie, waarin vrijheid, verantwoordelijkheid en authenticiteit centraal staan. Hierbij wordt schuld niet alleen gezien als gevolg van specifieke daden, maar als een fundamenteel aspect van het menselijk bestaan. Sartre gelooft niet in een universele moraal van goed en kwaad. Morele regels zijn niet gegeven, maar moeten door de mens zelf worden gekozen en gedragen. Schuld ontstaat als je je eigen waarden verraadt, of als je je vrijheid ontloopt door te leven naar sociale verwachtingen, dogma’s en gewoonten. Hij weigert het idee van erfzonde of collectieve schuld. Sartre stelt dat schuld pas ontstaat op het moment dat je kiest en handelt, niet omdat je deel bent van een traditie, volk of geschiedenis. Ook Freud had een diepgaande visie op schuld. Waar klassieke denkers schuld zagen als het gevolg van een daad (zonde, overtreding of fout), beschouwde Freud schuld vooral als een psychisch verschijnsel: een innerlijke strijd tussen de verschillende krachten in de menselijke geest. Hij zag de mens als een verdeeld wezen, opgebouwd uit drie lagen. Het Id (Es), het driftleven, de oerinstincten(seks, agressie en verlangen). Het Ego(Ich), het bewust zelf, bemiddelaar tussen verlangens en realiteit. Het Superego(Uber-Ich), het innerlijke morele gezag, gevormd door opvoeding en cultuur. Schuldgevoel ontstaat wanneer het Superego het Id veroordeelt en het Ego daartussen gevangen zit. Schuld is het gevolg van onderdrukte agressie. Het geweten is niets anders dan een innerlijke verwerking van de agressie die we niet naar buiten mogen richten. Freud onderscheidt de reële schuld, je hebt iets gedaan wat tegen je normen indruist en de neurotische schuld, zich schuldig voelen zonder dat er iets is gebeurd. Emmanuel Levitas ziet schuld fundamenteel anders dan Freud, Sartre of Heidegger. Waar die denkers schuld vaak verbinden aan het zelf( via driften, keuzes of existentiële structuur), plaatst Levinas schuld radicaal buiten het ego. Schuld ontstaat niet doordat ik iets fout heb gedaan, maar omdat ik aangesproken word door het gelaat van de ander. Voor Levinas begint ethiek niet met het ik, maar met de ander (L’Autre). Wanneer ik het gelaat van de ander zie, vooral in zijn kwetsbaarheid, naaktheid en hulpeloosheid, wordt er een moreel appel op mij gedaan. Zodra de ander tegenover mij staat, ben ik verantwoordelijk, ongekozen, voorafgaand aan elke beslissing. Schuld ontstaat niet door wat ik doe, maar door wie ik ben tegenover de ander.
Simone Weil had een diepgaande en unieke visie op het begrip schuld, die sterk beïnvloed is door haar spirituele, ethische en filosofische overtuigingen. Voor Weil is schuld geen louter juridisch of moreel concept, maar iets existentieel en metafysisch. Weil zag schuld niet alleen als kwestie van morele overtreding, maar als iets wat nauw verweven is met het menselijk lijden. In haar werk, La Pesanteur et la Grâce (Zwaartekracht en Genade), spreekt ze over hoe onschuldige mensen vaak lijden onder het kwaad dat anderen hen aandoen. Een lijden dat hen op mysterieuze wijze ook een gevoel van “schuld “ kan geven, zelfs als ze objectief gezien onschuldig zijn. Weil stelt dat kwaad en onrecht vaak op een mechanische, onpersoonlijke manier in de wereld werken, als een vorm van zwaartekracht. Mensen kunnen gevangen raken in systemen of structuren waarin ze kwaad doen zonder zelf volledig de controle te hebben. In zo’n context is schuld iets wat een mens ervaart, ook als hij slechts een radertje is in een groter geheel. Schuld is dus niet alleen het gevolg van persoonlijke zonde, maar ook van deelname aan een wereld waarin kwaad onvermijdelijk lijkt. Weil’s religieuze denken, beïnvloed door het christendom en mystiek, laat haar schuld ook zien in het licht van genade. Voor haar is de mens fundamenteel afhankelijk van iets buiten zichzelf, het Goede, God, de genade en de erkenning van die afhankelijkheid is een vorm van “schuld “. Geen vorm van schuld als beschuldiging, maar als nederigheid en waarheid. In die zin is schuld niet alleen negatief, maar ook een weg naar verlossing.
De hedendaagse Nederlandse filosoof Paul van Tongeren, specialist in deugden ethiek en Nietzsche, benadrukt schuld in de context van morele verantwoordelijkheid en de ontwikkeling van karakter. In zijn werk wijst hij op hoe schuld verbonden is met onze verhouding tot normen en waarden die we al dan niet waarmaken in ons leven. Volgens van Tongeren is schuld niet alleen een negatieve ervaring, maar ook een bron van moreel bewustzijn en groei. Wie schuld ervaart, beseft dat hij tekortschiet ten opzichte van iets hogers, een ideaal, een ander of zichzelf. Hij maakt ook een onderscheid tussen objectieve schuld (feitelijke verantwoordelijkheid voor iets wat verkeerd is gegaan) en subjectieve schuld (het innerlijke gevoel van falen of tekortkomen).
Hoewel schuld vaak wordt besproken in morele, juridische of psychologische termen, raakt het in sommige filosofieën aan iets veel groters: onze verhouding tot het geheel van het bestaan. Schuld verschijnt dan niet slechts als een gevolg van een overtreding, maar als een fundamenteel besef van tekortschieten in een wereld die ons overstijgt, een wereld waarin we niet de maat van alle dingen zijn. In die zin kan schuld ook begrepen worden als een vorm van openheid: een erkenning dat we deel uitmaken van een orde die groter is dan wijzelf en dat we onszelf daarin steeds opnieuw moeten zoeken en verantwoorden.
Deze beschouwing zou te lang worden om alle opvattingen omtrent schuld te bespreken, vandaar deze persoonlijke selectie van filosofen en hun opvattingen. Wat zij gemeen hebben, is dat zij schuld niet reduceren tot een fout, maar beschouwen als een venster op wat het betekent om mens te zijn.
Het huis van schuld lijkt op een gevangenis, doch heeft kamers zonder deur, gangen die lopen, eindeloos en koud. De enige sleutel ligt diep van binnen: vergeving, voor de ander en voor jou.
Schuld als last.
niet altijd is schuld
een maat voor fout of wet
soms is zij
het stille weten
dat wij tekortschieten
zonder dat er iemand is
die het ons verwijt
zij opent een venster
naar een wereld
groter dan wijzelf,
waar wij niet de oorsprong zijn,
maar de reciproque echo
in die ruimte
is schuld geen last,
maar een teken
dat wij luisteren
en bereid zijn
onszelf te herzien
J.J.v.Verre.
2 opmerkingen:
Ik heb bij jouw overzicht de schuld in de context van de oosterse filosofie gemist.Gr. Johan.
Beste Johan. Je hebt gelijk want meestal betrek ik in mijn filosofische beschouwingen altijd de oosterse filosofieën erbij. Het boeddhisme, hindoeïsme, taoïsme en confucianisme benaderen schuld niet als een blijvende morele fout of iets waarvoor men gestraft moet worden. Er wordt meer nadruk gelegd op het begrijpen en herstellen van disbalans dan op straf of schuldgevoel. In het boeddhisme en hindoeïsme wordt schuld gezien als een gevolg van onwetendheid of onjuiste handelingen, met gevolgen via het principe van karma, niet via een externe straf. In het taoïsme draait het om het herstellen van de natuurlijke orde. Schuld ontstaat wanneer iemand uit balans raakt met deze stroom en de oplossing ligt in innerlijke rust en eenvoud. In plaats van je schuldig te voelen, moedigen deze tradities aan tot inzicht, zelfreflectie en verantwoordelijk handelen om de situatie te herstellen en weer in balans te brengen. Het confucianisme richt zich op sociale harmonie. Schuld ontstaat wanneer iemand zijn rol in familie of samenleving niet goed vervult. Het herstel gebeurt via zelfverbetering en het herstellen van relaties. Samengevat: In de oosterse filosofieën is schuld geen morele verplichting, maar een kans tot bewustwording, herstel van harmonie en innerlijke groei. Gr. Jan Jaap.
Een reactie posten