zaterdag 16 augustus 2025

Het Licht.

 

                  - Fragment uit het (fictieve) Boek der Eerste Straling: 

En vóór den Tijd, eer de Sluiers van Aarde en Hemel waren gesponnen, sprak het Licht niet, doch wás. Geen Bron werd gezien, geen Oog aanschouwde den Oorsprong, want het Licht was ouder dan het zien. Het bewoonde de Leegte als een Koning zonder Rijk, wachtende, sluimerende, tot de Adem der Schepping het wekte.

En zij, die het Licht hebben aanschouwd, zeggen: Het woont in de Diepten des Harten, achter zeven Poorten, bewaakt door stilte. Wie de Poorten opent, ziet geen gedaante, hoort geen stem, maar wordt zelf het Lied dat de Sferen draagt. Want het Licht is geen gloed, maar het Weten dat er nimmer duisternis is geweest.

De Schaduw buigt voor het Licht, want zij is slechts de herinnering aan den Ochtend. Zij volgt Hem als de nacht de zon en verdwijnt wanneer Zijn Aangezicht verschijnt. En de Wijzen fluisteren: "Gij zijt gemaakt van hetzelfde Weefsel, O mens, van dezelfde Straling die het begin der tijden heeft gedragen".

Weet: wie zich aan het Licht overgeeft, verliest naam en vorm en vindt daarin den Naam die niet kan worden gesproken. In dat uur vergaat de kringloop van dagen en nachten en wordt het Hart een Tempel zonder muren, gevuld met het Eeuwige.  


In veel spirituele tradities is licht een metafoor voor God, Bron of Zijn. Spiritueel licht is de levende aanwezigheid van het goddelijke, die overal doordringt en alles in liefdevolle helderheid laat bestaan. In mystieke en non-dualistische tradities is het licht vaak een symbool voor puur bewustzijn of innerlijk ontwaken. In het boeddhisme is verlichting letterlijk verlicht worden, het duister van de onwetendheid verdwijnt en het licht van inzicht verschijnt. In de Vedãnta, een stroming binnen de Hindoestaanse filosofie, is het Zelf (Atman) licht, het verlicht alles wat je ervaart, maar wordt zelf niet gezien. In de New Age filosofie spreken we van “ lichtwerkers “ die heling brengen door bewustzijn en liefde, zij dragen het licht van de Bron. Spiritueel licht is het vermogen om te zien wat waar is, in jezelf, in anderen en in de wereld.

Licht is vaak gekoppeld als liefdevolle tegenhanger van duisternis. Zoals waarheid in plaats van illusie, liefde i.p.v. angst en eenheid i.p.v. afscheiding. Licht verdrijft duisternis, maar niet in strijd. Het openbaart wat verborgen was, geneest wat verwond was en verbindt wat afgescheiden leek.

In veel spirituele stromingen wordt gezegd dat het licht in jou je ware aard is. Zoals in de bijbel wordt vermeld: “Het Koninkrijk van God is binnen in u “(Lucas 17:21). Boeddhistische teksten spreken over het “stralende bewustzijn “ van de geest. In de mystiek van Meister Eckhart waar valt te lezen: In de kern van de ziel brandt een “vonkje “ van het goddelijke licht. Dit licht is niet iets wat je verwerft, maar wat je herinnert. Spirituele groei is het oplichten van de sluier, zodat het licht vrij kan stralen. Spiritueel licht is ook een kracht die je de weg wijst. De weg naar inzicht, inspiratie en intuïtie zijn allemaal aspecten van het licht. Ook kan het een beschermende rol vertolken, zoals in de zin: “Licht rondom mij”, waarbij het kan worden ervaren als een spiritueel schild. Ook kan het mensen motiveren, zoals het licht volgen of het licht zijn voor anderen.

Licht is datgene wat alles zichtbaar maakt, maar zelf onzichtbaar blijft. In spirituele zin is licht jouw ware aard, helder en liefdevol, grenzeloos en één met het universum.


Het Oerlicht.


In het zwijgen vóór het eerste trillen van de tijd, vóór de ademtocht van werelden, ademde het Oerlicht zichzelf uit. Geen zon, geen ster, geen vlam, doch slechts een onmetelijke glans zonder herkomst, zonder einde. Het was de wieg waarin de schepping droomde, de adem waaruit al wat is, ontwaakte, als een geslaagde reanimatie bij een nog ongeborene.

Dit licht woont niet enkel boven de hemelen, maar reikt er zelfs voorbij, als een eeuwige straling die geen enkele wereld kan omvatten. Het vouwt zich in de vezels van ons wezen, sluimert achter de sluier van gedachten, wachtend tot wij onze ogen sluiten om werkelijk te zien. Soms is het slechts een vonk, verborgen als dauw in het gras van de ziel. Soms is het een oceaan van straling die alles doordrenkt, tot zelfs de stilte zingt.

De schaduw kent dit Licht en buigt ervoor, niet uit nederigheid maar in herinnering, in herkenning. Ook zij is slechts het wachten op een terugkeer. Het Licht spreekt niet in klanken, maar in de stroom die door het hart beweegt, in het onuitgesproken weten: Er is geen scheiding, alleen één Zijn dat zich oneindig uitvouwt.

In Zijn gloed worden de contouren van het zelf doorzichtig. Tijd wordt een cirkel, ruimte een oceaan zonder oevers. Het is het gezang dat door de aderen van de sterren stroomt, het vuur dat in stilte in elke cel brandt.

En wie zich in dit Oerlicht laat dragen, merkt dat er geen pad is, alleen het eeuwige Nu, helder als de dageraad van de eerste dag, mild als een eeuwen lange omhelzing. Want hoe diep de nacht ook weeft, één straal is genoeg om het hart te herinneren dat het altijd van Licht is gemaakt.


J.J.v.Verre.


Geen opmerkingen: