woensdag 10 maart 2010
Het masker van de ziel.
Misschien is de ziel alleen maar een code die kan inloggen in het kosmische web van informatie. Misschien is een mens maar een oplaadbaar wezen,verstrikt in de zintuiglijke waarneming van een illusoire wereld. Misschien is de wereld wel een droom die verstopt is in de oneindige expressie van het licht. Misschien zijn wij slechts wandelende maskers van onze ziel. Als een menselijke entiteit wordt geboren,ontwikkelt de ziel zich tot een persoon. De mogelijkheid om een bepaald persoon te worden ligt in de ziel verankerd. Als je als mens wordt geboren dien je het aardse spel mee te spelen. Het speelveld tussen geboorte en sterven,of in de materie uitgedrukt,tussen ontstaan en vergaan.
Het spel begint met grote afhankelijkheid,je kunt niet overleven zonder hulp van een verzorger die je voedt en beschermt tegen de invloed van de buitenwereld. Later streef je naar onafhankelijkheid en krijg je het idee dat je alleen bent in de aardse wereld. Als de ziel zich transformeert naar de werkelijkheid,dan weet de spirituele persoon dat hij leeft in verbondenheid met z’n soortgenoten in een kosmisch web van energetische informatie.Met het spel op aarde kan de ziel niet echt meespelen en daarom zet hij z’n masker op.
Hij of zij is het spiegelbeeld van verlangens,van trots,van ego gestuurde denkbeelden, maar weet niet meer welke rol er wordt gespeeld omdat het spel een nieuwe werkelijkheid heeft gegenereerd. Het aardse spel van rijk en arm,van oorlogen of vredesmissies,van pion en machthebber,van goed of kwaad, van eenheid en tegenstellingen. De rol in deze absurde,illusoire wereld is en blijft een bijrol ook voor belangrijke bestuurders of beroemdheden. Indien het masker wordt afgezet,verdwijnt het spiegelbeeld en wordt het ik tot het zelf gereduceerd. Het zelf dat zich plaatst op de zetel van de ziel. Op de goddelijke troon van liefde voor het gehele universum. Het weten te vergeten dat de ziel de werkelijkheid is en het masker de illusie van de zintuiglijke waarneming. Het maskeren van onze werkelijkheid is de reflectie van de ontspiegeling, het zoekende licht in diepe verduistering.
Het ontketenen van de mensen die zijn geboeid en zich in een grot bevinden.Deze woorden gebruikte Plato(428-374 v.Chr.) in “de allegorie van de grot”, een tekstgedeelte uit zijn boek "Politeia" om aan te geven hoe de ziel wacht op groei en ontwikkeling.De bevrijding die de weg naar het licht ontsluit. De zon die buiten de duisternis de werkelijkheid belicht. Een nieuwe werkelijkheid aanschouwen in een ruimere dimensie. Dat is de taak van de menselijke geest om op te stijgen in bewondering en verwondering en afscheid te nemen van gebondenheid en maskerade.De transformatie in het licht der werkelijkheid.
De ziel kan zich dan zonder masker vertonen in het kosmische veld van verbondenheid.
J.J.v.Verre.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Dank voor deze bijzondere beschouweing over onze ziel.Uw woorden laten mij nadenken.
Ans Wortelboer,Hilversum
Een reactie posten