zaterdag 10 mei 2025

Pythagorese filosofie.

 

             - Buste van Pythagoras, Museo Capitolino, Rome.



De naam Pythagoras roept bij velen direct beelden op van wiskundige formules en rechte hoeken. Toch was deze presocratische denker uit de zesde eeuw v. Christus méér dan een briljant wiskundige. Hij was een filosoof, mysticus, hervormer en spiritueel leraar. Zijn leer, die door zijn volgelingen werd voortgezet als de Pythagorese filosofie, laat zien dat filosofie niet enkel een intellectuele bezigheid is, maar een allesomvattende spirituele levenspraktijk.

Pythagoras zag de werkelijkheid als fundamenteel wiskundig van aard. “Alles is getal.” Deze uitspraak drukt een diepe spirituele overtuiging uit: dat het universum niet willekeurig is, maar gebouwd op een harmonieuze, kosmische orde die door de mens gekend kan worden. Elke getalsverhouding, elke wiskundige structuur weerspiegelt een hogere werkelijkheid, een goddelijke orde die door filosofische bespiegeling en oefening ontsluierd kan worden. Hierin ligt de sleutel tot zijn filosofie: de getallen zijn geen droge abstracties, maar symbolen van de kosmische harmonie, die ook in de mens zelf weerspiegelt wordt. Zo kan de mens worden gezien als een microkosmos in een kleine aardse wereld, die de grootsheid van de macrokosmos in zich draagt. Hierbij zijn micro- en macrokosmos elkaars spiegelbeelden. De macrokosmos is het grote geheel van het universum, de kosmos, de orde van sterren, planeten, natuurwetten en universele principes. De microkosmos is de mens, klein als lichaam, maar in wezen een weerspiegeling van dat grote geheel. Volgens deze gedachte zijn alle wetten, krachten en structuren die op kosmisch niveau bestaan ( zoals harmonie, orde, getalsverhoudingen, cycli) ook terug te vinden in de mens zelf, in zijn lichaam, geest, ziel of bewustzijn en zelfs in zijn spirituele ontwikkeling. Maar wat houdt dit nu concreet in? De menselijke ziel beweegt in cycli van groei, net als planeten in hun banen. De zeven chakra’s in de oosterse traditie of de zintuigen, vermogens en planetaire invloeden uit de westerse esoterie, corresponderen met de lagen of krachten van het universum. Het denken van de mens is in staat het universum te begrijpen, juist omdat het innerlijk al het patroon van het universum in zich draagt. Oftewel: Zoals boven, zo beneden ( volgens het Hermetisch principe). Pythagoras bedoelde hiermee dat de mens geen afgesneden, toevallig wezen is, maar een actief deel van de kosmische harmonie. Door zijn leven in lijn te brengen met die universele wetten, via ethiek, studie, muziek, stilte en oefening, kan hij de orde van het universum in zichzelf herstellen en uiteindelijk één worden met de goddelijke bron.

De Pythogoreeërs geloofden in de onsterfelijkheid van de ziel en haar reis door opeenvolgende levens. Deze zielsverhuizing was voor hen geen fatalistisch lot, maar een kans op morele en spirituele ontwikkeling. Elke incarnatie biedt de ziel de gelegenheid zich te zuiveren van haar aardse gehechtheid en dichter bij het goddelijke te komen. Deze zuivering (catharsis) gebeurt niet door geloof alleen, maar door levenslange oefening: ascese, meditatie, muziek, stilte, juist handelen. In dit opzicht lijkt de Pythagorese leer sterk op spirituele tradities uit India, waar yoga, karma en reïncarnatie centraal staan.

In tegenstelling tot de moderne academische benadering van de filosofie als theorie of analyse, beschouwden de Pythagorese filosofen deze filosofie als een levenskunst, een discipline die de mens helpt zijn ziel te zuiveren, harmonie te vinden en in overeenstemming te leven met het kosmische geheel. Hun filosofie was dus geen afgebakende intellectuele bezigheid, maar een spirituele oefening. Het gaat hierbij om zelfbeheersing, wijsheid zoeken en ethisch leven in dienst van de harmonie. Deze opvatting, later ook overgenomen door Plato en de Stoïcijnen, geeft filosofie een sacraal karakter: het is het pad van de ziel naar de goddelijke oorsprong.

De bekende Pythagorese ontdekking dat muzikale intervallen voortkomen uit eenvoudige getalsverhoudingen was voor hen geen puur muzikaal feit, maar een bewijs van universele harmonie. Muziek werd door hen gezien als een geneesmiddel voor de ziel: het herstellen van de innerlijke dissonantie door de buitenwereld af te stemmen op de orde van de kosmos. Dit idee van harmonie tussen lichaam, ziel, samenleving en universum is kenmerkend voor hun levensbeschouwing. Het roept op tot een holistische benadering van het leven waarin denken, voelen, handelen en zijn met elkaar verbonden zijn.

Samenvattend kunnen we zeggen dat de Pythagorese filosofie ons inspireert om verder te kijken dan cijfers en formules. Ze daagt ons uit om in de orde van het universum een spiegel van onszelf te zien en filosofie niet slechts te beschouwen als denken over het leven, maar als een oefening in het leven zelf. Een oefening in innerlijke harmonie, zuivering en groei naar het hogere goddelijke. In een tijd waarin filosofie vaak verengd wordt tot puur academisch denken, herinnert Pythagoras ons aan een vergeten waarheid. Namelijk dat ware wijsheid pas ontstaat wanneer hoofd, hart en ziel in harmonie samenwerken, wanneer filosofie niet alleen gedacht, maar geleefd wordt als een spirituele weg naar het eindeloze en eeuwige. De mystieke tocht naar de bron van alle zijn, de innerlijke pelgrimstocht naar het tijdloze, de bezielde reis naar het oneindige. Dan ontmoet de inmiddels verwarde ziel niet alleen het eeuwige licht, maar leidt de spirituele reis tevens naar de onvergankelijke waarheid. 


De zanger der stilte


in het begin geen woord

maar een getal

dat zong in leegte


een trilling

geen klank, maar orde

geen vorm, maar ritme

zo ontstond de wereld

als een harp gespannen

tussen hemel en aarde


Pythagoras luisterde

niet met oren, maar met ziel

hij hoorde

de muziek van vele sterren

de adem van planeten

die geen oor ooit ving


alles is getal, sprak hij

maar bedoelde

alles leeft in verhouding

jij, ik, licht en horizon

de pijn van de misstap

de zachtheid van wijsheid


hij leerde dat de ziel

een reiziger is

een vonk gevangen

in een lichaam van vlees

zoekend naar herinnering

aan de goddelijke bron


geen einde

maar cirkels van bestaan

elke daad een snaar

elke gedachte een toon


filosofie was geen boek

geen debat

het was een stil gebed

van het handelen

manier van lopen, zwijgen

een oefening in harmonie


leef zoals de sterren zingen

niet luid, maar zuiver

niet snel, maar helder

in de hemelse frequentie


wees een getal

in het grote lied

dat nooit ophoudt

te resoneren in de kosmos

maar zich steeds herhaalt

tot het gehoord wordt


J.J.v.Verre.


Geen opmerkingen: