dinsdag 23 september 2025

Ik ben die mij overkomt.

 

          Schilderij Hans Bemboom, 2003, acryl op canvas 80x120 cm.


Ik ben die mij overkomt is eigenlijk de ultieme afwijzing van de aanname van een vaststaand, onveranderlijk en essentieel zelf dat binnen in je zit.

Deze zin is diep filosofisch en raakt aan het hart van vragen over identiteit, vrijheid en verantwoordelijkheid. Het klinkt op het eerste gehoor paradoxaal, wat hoe kan ik immers “ zijn ” wat mij juist overkomt, iets waar ik geen controle over heb. Toch raakt deze uitspraak aan een diepe waarheid over de menselijke conditie. Ons bestaan is niet louter het resultaat van onze keuzes, maar ook van toevalligheden, ontmoetingen en gebeurtenissen die ons pad kruisen. Dit essay onderzoekt de filosofische betekenis van deze zin vanuit drie perspectieven: het bestaan als gegeven, de rol van de ander en de spanning tussen vrijheid en ontvankelijkheid.

De mens wordt niet geboren als een leeg blad dat zichzelf volledig beschrijft. We worden uitgeworpen in een wereld welke ons voorafgaat. In een lichaam dat we waarschijnlijk niet hebben gekozen, in een cultuur die ons vormt en in omstandigheden die ons kunnen beperken, maar ook mogelijkheden kunnen schenken. Filosofen als Martin Heidegger spraken over geworpen-zijn. Het “ik “ is dus niet een autonoom project dat uit het niets ontstaat, maar een ontvankelijkheid voor wat ons overkomt. De zin “ik ben die mij overkomt “ benadrukt dat mijn identiteit niet enkel het resultaat is van mijn wil, maar ook van het onverwachte dat mij vormt. Het leven is geen plan dat ik volledig kan beheersen, maar een stroom waarin ik mee beweeg. Volgens Emmanuel Levinas ontstaat het “ik “ pas werkelijk in de ontmoeting met de ander. De blik van de ander roept mij ter verantwoording, nog voordat ik kan kiezen of ik dat wil. Mijn identiteit is dus niet primair zelf bepaald, maar wordt mij toegevallen of minder prozaïsch gezegd, het overkomt mij. Ik word aangesproken, ik word verantwoordelijk gemaakt. In dit licht betekent “ik ben die mij overkomt “ dat mijn “ik “ niet enkel een innerlijk project is, maar een antwoord op een roep van buitenaf. Ik ben niet alleen wie ik denk te zijn, maar ook wie ik word in de ogen van de ander. De existentialisten, zoals Jean-Paul Sartre, benadrukken dat de mens radicaal vrij is en zichzelf moet scheppen. Maar deze vrijheid is nooit absoluut. Ze wordt altijd uitgeoefend binnen omstandigheden die ons overkomen, zoals ziekte, verlies, liefdes of toeval. De zin “ik ben die mij overkomt “ herinnert ons eraan dat vrijheid en ontvankelijkheid geen tegenpolen zijn, maar elkaar aanvullen. Ik ben vrij om te antwoorden, maar ik ben niet vrij om niet aangesproken te worden. Ik ben vrij om betekenis te geven, maar niet vrij om de feiten van mijn bestaan te ontlopen.

“Ik ben die mij overkomt “ is geen uitdrukking van passiviteit, maar van een dieper inzicht, dat het “ik “ niet een gesloten kern is die zichzelf volledig bepaald, maar een open ruimte waarin het leven zich afspeelt. Mijn identiteit is een samenspel van wat ik kies en wat mij toevalt, van mijn daden en mijn kwetsbaarheid, van mijn vrijheid en mijn ontvankelijkheid. Het is juist in dit spanningsveld dat de mens werkelijk mens wordt, niet als de absolute schrijver van zijn leven, maar als iemand die zichzelf vindt in het onverwachte dat hem overkomt.

Spiritueel gezien leeft de mens niet slecht in een wereld van feiten, maar ook in een wereld van betekenis. De magische zin “ ik ben die mij overkomt “ nodigt uit tot een contemplatie van het zelf als een ontvankelijk veld, waarin het leven zich niet alleen afspeelt, maar zich ook openbaart. In plaats van het “ ik “ te zien als een autonome schepper van zijn lot, kunnen we het ook beschouwen als een mystiek centrum waarin het bestaan zich aandient, soms als toeval, maar vaak als synchroniciteit, altijd als uitnodiging tot bewustwording. In spirituele tradities wordt het “ik” vaak niet gezien als een vaststaand ego, maar als een doorlaatbare ruimte waarin het goddelijke, het universele of het onbewuste zich kan manifesteren. Het “ik “ is dan geen bezit, maar een proces van ontvankelijkheid. Wanneer we dan zeggen “ik ben die mij overkomt “, erkennen we dat ons diepste zelf niet ontstaat door wilskracht, maar door overgave aan wat zich aandient. Carl Jung introduceerde het begrip synchroniciteit om te duiden hoe uiterlijke gebeurtenissen kunnen samenvallen met innerlijke processen, weliswaar zonder causaal verband, maar met diepe betekenis. In deze visie is wat ons overkomt niet willekeurig, maar een symbolische spiegel van onze zielstoestand. De ontmoeting, het verlies, ziekte, de liefde, zijn niet alleen omstandigheden, maar openbaringen. Ze geven ons de mogelijkheid om te groeien, te ontwaken, te herinneren wie we werkelijk zijn. In plaats van vrijheid te zien als het vermogen om te kiezen, kunnen we haar ook beschouwen als het vermogen om bewust te antwoorden op wat zich aandient. Spirituele vrijheid is niet het ontkennen van omstandigheden, maar het volledig aanwezig zijn in wat ons overkomt. Dan krijgt onze openingszin een sacrale dimensie, namelijk ik ben niet alleen het resultaat van mijn keuzes, maar ook het antwoord op een roep die mij overstijgt. Mijn leven is dan een dialoog met het mysterie. En terwijl ik luister naar wat zich aandient, in stilte, in toeval, in de blik van de ander, ontvouwt zich een verhaal dat ik niet schrijf, maar waarin ik langzaam leer te lezen.



Gedicht bij dit essay.


ik ben die mij overkomt

zoals regen plots valt

ontmoeting ons vindt

in verlegen stilte


slechts de hand die grijpt

naar het vallende blad

dat zich laat dragen

in zwevende toekomst


een weefsel van toevallen

ademtocht van spanning

echo van verre geluiden

in mistige dalen


telkens opnieuw geboren

uit wat nooit zelf bedacht

maar wat mij diep raakte

als mystieke levenskracht



Ik ben niet wat mij overkomen is. Ik ben wie ik kies te worden”.

                                 - Carl Gustav Jung-


Misschien dat deze compleet andere zin een eigen analyse verdient en mij uitnodigt om dat binnenkort te proberen.


J.J.v.Verre.








Geen opmerkingen: