zondag 20 juli 2025

Thales van Milete.

Thales van Milete (ca. 624 v. Chr.- ca. 546 v. Chr.) was een van de eerste bekende Griekse filosofen. Hij was ook wiskundige en astronoom en ziener van de kosmos.


In de 6e eeuw voor Christus, aan de kust van Klein-Azië, ontwaakte een nieuw soort denken. Thales van Miletus was een burger van de bloeiende Griekse havenstad Milete, dat gelegen was in Ionië, het huidige Turkije. Hij wordt vaak beschouwd als de eerste filosoof in de Westerse traditie. Thales probeerde de wereld te verklaren zonder zich te beroepen op mythologie of goden, wat revolutionair was. Hij stelde dat water de oerstof (archê) van alles is. Alles is uit water voortgekomen en alles keert terug tot water. Maar waarom koos hij water als oerstof? Mogelijk vanwege de rol van vocht in het levende organisme. Observaties welke hij deed bij verdamping en regen. Water als verbindend element, niet alleen tastbaar zoals in zeeën en rivieren, maar ook als de fundamentele essentie waaruit al het leven voortkomt en waarin het samenkomt. In dat beeld past regen op een bijzonder symbolische en natuurlijke manier. Hoewel men in de tijd van Thales de moderne wetenschap van waterkringloop(verdamping – condensatie - neerslag) nog niet kende, zoals wij die nu kennen, zal hij wel geobserveerd hebben dat water uit bekkens verdwijnt(verdamping). Dat er wolken verschijnen en weer verdwijnen, dat regen het land bevochtigd, waarna planten gaan groeien. Vanuit een natuurfilosofisch perspectief kan regen dus worden gezien als een manier waarop water zich herverdeelt. Water stijgt op, keert terug, voedt en verbindt. In een wereldbeeld waarin de kosmos nog als een levende eenheid werd gezien, is regen ook letterlijk een brug tussen boven en beneden. Water stijgt op uit de zee of uit een plas, komt dan in de lucht( de hemel) en daalt neer als regen, die weer het land voedt, het leven wekt en de rivieren weer vult. Regen, dus water is een kringloop van verbinding. Tussen hemel en aarde, tussen zeeën en rivieren en tussen wolken en levende entiteiten. Als Thales sprak van water als het begin van alles, dan is regen een herinnering aan dat begin. Elke regenbui is als een echo van de oerstof die alles doordringt. Regen maakt dode grond weer levend, het is scheppend! Waar regen valt, ontstaat beweging, groei en verandering. Misschien stond Thales ooit in de heuvels van Milete, keek naar een opkomende storm boven zee en dacht: “Kijk daar keert het weer terug. De wereld spreekt in druppels. En alles wat leeft, herkent het geluid. “ Regen is de dans van water over het land en in het denken van Thales zou het een krachtig bewijs zijn geweest van hoe het ene element alle dingen doordringt, verbindt en tot leven wekt.

Thalus wordt ook gezien als de vader van de Griekse meetkunde en een soort brugfiguur tussen de praktische wiskunde van oudere culturen ( zoals Egypte en Babylon) en de rationele, abstracte benadering die later zo kenmerkend werd voor het Griekse denken. Volgens Herodotus en ook latere bronnen reisde Thales naar Egypte, waar hij leerde van Egyptische priesters en landmeters. In Egypte werd geometrie vooral toegepast bij het meten van landbouwgrond na de jaarlijkse overstromingen van de Nijl. Het maken van kaarsrechte lijnen, hoeken en eenvoudige constructies. En natuurlijk de metingen voor het bouwen van tempels en piramides. Hij leerde hoe je de hoogte van een object kan weten als je de lengte van de schaduw meet op een gegeven tijdstip (hoekmeting). Thales keek verder dan het praktische gebruik, want hij begon geometrische principes als universele waarheden te zien, los van de directe toepassing. Thales was waarschijnlijk de eerste die wiskundige beweringen logisch probeerde te bewijzen, in plaats van ze alleen te gebruiken. Volgens traditionele opvattingen o.a. via Proclus heeft hij als eerste de stelling bewezen dat de basishoeken van een gelijkbenige driehoek gelijk zijn. Dat een cirkel wordt doorsneden door haar middellijn. Dat de overstaande hoeken bij twee snijdende lijnen gelijk zijn. Ook de stelling van Thales, die stelt dat een driehoek ingeschreven in een cirkel waarvan één zijde een middellijn is, een rechthoekige driehoek is. Deze stellingen lijken eenvoudig, maar ze tonen aan dat ruimte en vormen begrijpelijk zijn via logica, niet enkel observatie of ervaring. Hiermee bedoel ik, dat vóór de tijd van Thales, de mensen vormen en ruimte begrepen door wat ze zagen of deden. Een metselaar wist dat hoeken van 90 graden belangrijk zijn, omdat het werkte in de praktijk. Een Egyptische landmeter gebruikte touwen en knopen om driehoeken te maken, gebaseerd op ervaring. De ervaring zegt: ”Als ik dit zo doe, dan past het”. Maar dat is geen verklaring, maar het is weten dát iets werkt, niet waarom het werkt. Thales begon voor het eerst na te enken in termen van universele redenaties. Hij vroeg zich af: “Kan ik bewijzen dat twee hoeken altijd gelijk zijn, ongeacht hoe groot of klein een driehoek is?” Zijn antwoord kwam niet uit het meten van stenen of tekenen op het harde zand, maar uit het redeneren met abstracte vormen en begrippen. Dat was de geboorte van de wiskunde als wetenschap. Thales bracht wiskunde van ambacht naar wetenschap. Hij liet zien dat vormen van de wereld begrepen kunnen worden door het denken zelf, via logica, deductie naar bewijs. Als het bewijs is geleverd hoef je niet telkens opnieuw te meten of te experimenteren. Want je kunt de universele wetten van de ruimte ontdekken die overal binnen ons universum gelden.

Hoewel Thales vooral bekend staat als de eerste rationele denker, zit er ook een spirituele onderstroom in zijn wereldbeeld. Zijn filosofie is niet spiritueel in de zin van rituelen of godsdienst, maar wel in een oer filosofische zin, dat wil zeggen het is een zoektocht naar de diepere eenheid, ordening en levendigheid van de kosmos. Zijn uitspraak: “Alles is water “, klinkt misschien als natuurwetenschap, maar het is ook een diep spiritueel idee van eenheid. Alles wat bestaat, komt uit één bron. Het zichtbare is slechts een verschijningsvorm van een onderliggend principe. Die oerstof, water, is niet zomaar materie, maar de drager van leven, van verandering en samenhang. In spirituele tradities zie je vaak dezelfde gedachten terug: één oorsprong en veel verschijningsvormen. Zoals brahman in het hindoeïsme of Tao in het taoïsme. Volgens Aristoteles zou Thales ook hebben gezegd: “Alles is goden “. Dat betekent niet dat hij geloofde in Zeus of Apollo als personen, maar dat hij dacht dat de kosmos een levend geheel is. Dingen zijn niet dood of inert, maar ze hebben een soort levensadem of innerlijk beginsel. Misschien zal hij hebben gedacht aan een vorm van ziel in de natuur, of aan een innerlijke drang tot beweging, tot vorming. Voor Thales was de wereld geen mechanische machine, maar een levend, voelend en samenhangend geheel. Een gedachte die ook in het animisme, stoïcisme en in het heden ook bij de moderne ecologie terugkeert. Spiritueel zou je Thales als ziener van de kosmos kunnen beschouwen.


                                     Thales, de waterdenker.

                                                            


lang voor Schriftgeleerden wetten schreven

voordat Plato’s grotten schaduwen zagen

zat een man aan de rand van de Egeïsche zee

ogen vol sterren en handen vol water


hij vroeg niet naar Zeus of Apollo

maar naar dat wat alles draagt

niet naar de wil van al die goden

maar naar het stille begin


water, zo sprak hij

niet als bijgeloof, maar als bron

voor de wereld en het heelal

een gedachte waar stroom begon


mat schaduwen van piramiden

om licht te begrijpen

telde hoeken in stilte

zonder getallen, maar met inzicht


zo werd zijn denken een gebed

zijn meetlijn een loflied

zijn vragen een bedevaart

naar het hart van mens-zijn


toen de zon zich hulde in schaduw

de hemel even ophield te zijn

sprak hij de uitgelezen woorden

let op, de wereld spreekt in patronen


ze lachten om zijn val in een put

de man met zijn hoofd in de hemel

lachte zelf ook met voeten in modder

want zelfs de val heeft een richting


hij keek naar de sterren

niet om de toekomst te lezen

maar om te begrijpen hoe licht

door het duister snijdt



hij was geen dichter

maar dichtte met denken

geen priester van goden

maar het eeuwige ongekende


wat hij ons achterliet

geen marmer of troon

maar het sterke vermoeden

de wereld is kenbaar, gewoon


wat blijft van hem is geen graf

maar de elementaire vraag

waarmee begon dit alles

in elke druppel water verstopt


de zee, die steeds bleef komen

golven als ritme van herinnering

aan hem die zag dat weten

een vorm van eerbied kan zijn


J.J.v.Verre.

 

Geen opmerkingen: