dinsdag 23 december 2025

Stille Nacht.

 

Wanneer de dag zich terugtrekt in wit, opent de nacht haar innerlijke landschap. Waar het licht zich terugtrekt in sneeuw, vindt de ziel haar adem tussen wat was en wat blijft. En in die adem, stil en helder, herkent de mens zichzelf als echo van het eeuwige. Wanneer de stilte zich neerlegt als een sluier, wordt het innerlijk licht hoorbaar als een verre bron. Daar, waar sneeuw het landschap tot herinnering maakt, herkent de ziel haar eigen contouren. Wie luistert, merkt dat het eeuwige niet boven ons hangt, maar door ons heen ademt. Een trilling die ons verbindt met het weten dat wij zelf het tussenlicht zijn waarin het onzegbare vorm zoekt.


Er is een moment in de wintermaand wanneer de wereld lijkt te pauzeren. De lucht draagt een mild soort van duisternis, niet dreigend maar beschermend, alsof de nacht zelf een mantel om zijn aarde slaat. In dat moment, op dat magische ogenblik ontstaat de Stille Nacht, niet als lied, maar als bijzondere ervaring. Een ruimte waarin de wereld zichzelf toefluistert dat ook rust en verwondering een belangrijke vorm van leven is. De stille nacht is geen afwezigheid van geluid maar een aanwezigheid van aandacht. Het is het zachte kraken van sneeuw onder voetstappen, het ademhalen van schoorstenen op daken van verlichte huizen, versierde ramen waardoor de gloed van kaarsen oplicht. De warmte achter de beslagen ruiten wordt gekoesterd als een belofte. Het zijn de flikkeringen van de veelheid aan lichtjes, de trage beweging van tijd die zich lijkt terug te trekken in een schuilplaats van vrede. In deze nacht spreekt alles zonder woorden. We leven in een wereld waarin stilte vaak wordt gezien als een tekortkoming, als leegte. Maar juist in die winterse stilte ontvouwt zich een ander soort waarheid, de stilte die niet is wat ontbreekt, maar wat blijft wanneer al het onnodige is weggevallen. Het is de essentie die overblijft wanneer het ruisen van gedachten verstomt en de mens zichzelf tegenkomt in een zacht en oprecht licht. De kerstnacht is traditioneel zo’n tijd van verwachting, maar in haar diepste wezen is zij een tijd van herkenning. Herinnering aan de tijd dat je als kind de magie van kerstmis beleefde met zijn kaarsjes, zijn feeëriek verlichte boom, de bijzondere kerstverhalen, snoep en gezelligheid. En elk jaar na de kerstviering een einde en het verlangen naar een nieuw begin. Niet alleen zo’n kerstverhaal dat al eeuwen meegaat brengt je in een sentimentele emotie, maar ook de allerkleinste, onzichtbare draden van het alledaagse kunnen dat diepe, pathetische verlangen oproepen. De geur van dennennaalden, gebakken kerstkoekjes of waxinelichtjes. Het triggert een menselijk verlangen dat tijdloos is, het verlangen naar vrede, naar verbondenheid, naar het weten dat het licht, hoe klein ook, altijd terugkeert. De stille nacht biedt een plek waar dit verlangen mag rusten, in plaats van een doel tracht te bereiken.

Er schuilt een paradox in deze nacht. Zij nodigt uit tot verstilling, maar juist in die bezinning wordt het leven het meest hoorbaar. We luisteren naar de zachte bewegingen van ons hart, naar herinneringen die zich als sneeuwvlokken neerleggen zonder te smelten. We luisteren naar de nabijheid van anderen, zelfs wanneer we alleen zijn. De nacht is stil, maar we zijn als mens in die stilte nooit verlaten. Misschien is dat wel de kern van de stille nacht, zij onthult dat het kleine groots kan zijn, dat licht niet hoeft te stralen om te schijnen en dat vrede vaak wordt gevonden in het kleine, nauwelijks waarneembare. Zij is een invitatie om even niets te moeten, maar eenvoudig te zijn. Om de wereld te zien zoals zij is wanneer de drukte van de dag zich heeft teruggetrokken, heel kwetsbaar, maar bijzonder kostbaar en verrassend helder.

Zo wordt de stille nacht een spiegel. Niet van het verleden of van traditie, maar van je eigen binnenwereld. Een nacht die niet vraagt om een verklaring, maar slechts om aanwezigheid. Een nacht die zachtjes mompelt dat het genoeg is om te ademen, om te voelen, om te vertrouwen op het langzaam terugkerende licht. En als de eerste ochtend opnieuw begint, aarzelend, zacht, bijna verlegen, blijft de herinnering aan die stille nacht achter als een afdruk. Als een dun laagje rijp op je verborgen ziel, koel, helder en vol gekoesterde belofte.

Kerst is in wezen geen viering van grootsheid, maar van kwetsbaarheid. Het is het besef dat licht klein mag beginnen, dat warmte de wereld niet hoeft te doen smelten en dat hoop geen lawaai nodig heeft om waar te zijn. De stille nacht is de zachte stem die zegt dat het breekbare niet vermeden, maar gekoesterd moet worden. Dat juist het kleine sterk genoeg kan zijn om de wereld te dragen.

In deze nacht wordt de mens even losgeschud uit het ritme van zijn dagelijks bestaan. We stappen naar buiten, ademen de koude lucht in en ervaren hoe die kille stilte de geest opent als een deur die langzaam dichtvriest, maar weer ontdooit. We zien het dwarrelen van iets in de lucht dat op sneeuw lijkt, maar het is geen bevroren vocht, maar het is de tijd die voorzichtig neerdaalt. Je kan voelen dat de wereld, al is het maar voor even, zichzelf niet hoeft te bewijzen. En wij evenmin.


Stille nacht

hemel draagt zijn sluier zacht

adem zweeft door stille nacht.

bomen wuiven, buigen traag,

wortels zuigen in humuslaag



sterren glanzen, oud en wijs,

dragen tijd in zilver grijs.

jij die sliep, nu ster geworden,

waakt over hemelse horden



stille nacht, een kring van rust,

waar liefde blijft, waar pijn berust.

geen lied noch klokken, enkel maan,

schijnt over cyclisch voortbestaan.



de hemel draagt zijn mantel zacht,

zijn adem zweeft door stille nacht.

maar iedere intentie nog onverricht

wacht tot zielskracht zich verlicht



zo keert de leegte in haar licht

waar stilte trilt en tijd verdicht

stille nacht is teruggebracht

herinnering leeft en rust zacht


J.J.v.Verre.





Geen opmerkingen: