dinsdag 3 september 2024

Vergankelijkheid.

 

                      -Vergankelijkheid, made by AI.


Vergankelijkheid, of de vergankelijkheid van het leven, heeft een diepe spirituele betekenis in veel culturen en religies. Het herinnert ons eraan dat alles in het leven tijdelijk is en voortdurend verandert. Dit besef kan ons helpen om meer in het moment te leven en de waarde van het huidige moment meer te waarderen. In het christendom bijvoorbeeld, wordt vergankelijkheid vaak besproken in de context van de sterfelijkheid van de mens en de eeuwigheid van de ziel. Het idee is dat het aardse leven tijdelijk is, maar dat er een eeuwig leven is na de fysieke dood. Dit kan mensen aanmoedigen om hun leven op een betekenisvolle manier te leven en zich voor te bereiden op het hiernamaals. In andere spirituele tradities, zoals het boeddhisme, wordt vergankelijkheid gezien als een fundamenteel aspect van het bestaan. Alles is onderhevig aan verandering en het accepteren van deze vergankelijkheid kan leiden tot innerlijke vrede en verlichting. Ook in het hindoeïsme verwijst “vergankelijkheid” naar het concept dat alles in de wereld tijdelijk en veranderlijk is. Dit idee is nauw verbonden met de cyclische natuur van het leven, inclusief geboorte, dood en wedergeboorte (reïncarnatie). Het benadrukt dat materiële zaken en fysieke lichamen niet eeuwig zijn en uiteindelijk zullen vergaan. Het besef van vergankelijkheid moedigt aanhangers aan om zich te richten op spirituele groei en het bereiken van moksha, de bevrijding van de cyclus van wedergeboorte. Dit kan worden bereikt door het volgen van dharma (juist handelen) en het opbouwen van positief karma. Ook in het soefisme verwijst de “vergankelijkheid” naar de tijdelijke aard van het materiële leven en de fysieke wereld. Soefi’s benadrukken dat alles wat bestaat, inclusief het eigen ego en wereldse bezittingen, uiteindelijk zal vergaan. Dit besef helpt hen om zich te richten op spirituele groei en de eenheid met God. Vergankelijkheid wordt gezien als een middel om dichter bij God te komen door het loslaten van aardse verlangens en het zuiveren van de ziel. Het doel is om te leven in voortdurende bewustwording van de aanwezigheid van God en om spirituele armoede te bereiken, wat betekent dat men niets voor zichzelf wenst, zelfs niet het paradijs. In het taoïsme verwijst “vergankelijkheid” naar de natuurlijke en voortdurende verandering van alles in het universum. Dit concept is nauw verbonden met de Tao, de weg of het pad dat alles doordringt en in balans houdt. Volgens het taoïsme is de werkelijkheid niet statisch, maar voortdurend in beweging. Deze voortdurende veranderingen en de vergankelijkheid van dingen worden gezien als een natuurlijk onderdeel van het leven. Het accepteren van deze vergankelijkheid helpt mensen om in harmonie te leven met de Tao en de natuurlijke stroom van het leven. Ook voor een agnost, iemand die gelooft dat de waarheid omtrent het bestaan van God of van het bovennatuurlijke onbekend of onkenbaar is, kan “vergankelijkheid” een belangrijke rol spelen in hun wereldbeeld. Vergankelijkheid benadrukt de tijdelijke en veranderlijke aard van het leven en het universum. Agnosten erkennen vaak dat alles in de fysieke wereld, inclusief menselijke kennis en overtuigingen, onderhevig is aan verandering en onzekerheid. Dit besef kan hen aanmoedigen om open te staan voor nieuwe ideeën en om niet vast te houden aan absolute waarheden.

Voor atheïsten, die niet geloven in een god of een hiernamaals, heeft vergankelijkheid vaak een specifieke betekenis. Het idee van vergankelijkheid benadrukt voor hen de tijdelijke en eindige aard van het leven en het universum. Atheïsten kunnen de vergankelijkheid verschillend benaderen:

1e Als waarde van het heden: Omdat er geen geloof is in het leven na de dood, kan vergankelijkheid atheïsten aanmoedigen om het huidige leven ten volle te waarderen en te benutten. Elke ervaring en elk moment wordt als kostbaar gezien, omdat het uniek en tijdelijk is.

2e Als natuurlijke cyclus: Vergankelijkheid kan worden gezien als een natuurlijk onderdeel van het leven en het universum. Alles heeft een begin en een einde en dit wordt geaccepteerd als een fundamenteel aspect van de natuur.

3e Als motivatie voor betekenis: De wetenschap dat het leven eindig is, kan een sterke motivatie zijn om betekenis en doel te vinden in het leven. Dit kan door persoonlijke relaties, creativiteit, werk en bijdragen aan de samenleving.

4e Als acceptatie van de dood: Zonder geloof in een hiernamaals, kan vergankelijkheid atheïsten helpen om de dood te accepteren als een natuurlijk einde van het leven. Dit kan weer leiden tot een focus op het nalaten van een positieve impact tijdens het leven. Deze vier benaderingen kunnen natuurlijk variëren afhankelijk van de persoonlijke overtuigingen en filosofieën van de individuele atheïsten.

Plato’s filosofie richt zich sterk op de ideeënleer, waarin hij onderscheid maakt tussen de veranderlijke, vergankelijke wereld van zintuiglijke ervaringen en de onveranderlijke, eeuwige wereld van ideeën of vormen. Volgens Plato zijn de dingen die we in de fysieke wereld waarnemen slechts tijdelijke manifestaties van deze eeuwige vormen. In zijn beroemde allegorie van de grot beschrijft Plato hoe mensen in een grot leven en alleen schaduwen van objecten zien, terwijl de echte objecten buiten de grot bestaan. Deze schaduwen vertegenwoordigen de vergankelijke wereld, terwijl de objecten buiten de grot de eeuwige vormen vertegenwoordigen. Plato geloofde dat ware kennis en begrip alleen kunnen worden bereikt door de wereld van de vormen te begrijpen, die niet onderhevig is aan vergankelijkheid zoals de fysieke wereld.

Aristoteles had een unieke kijk op vergankelijkheid, die hij benaderde vanuit zijn bredere filosofische systeem. Hier volgen enkele kernpunten:

- Act en potentie: Aristoteles introduceerde het concept van act (actualiteit) en potentie (mogelijkheid). Hij zag vergankelijkheid als het proces waarbij iets wat in potentie bestaat, daadwerkelijk wordt gerealiseerd. Dit betekent dat verandering en vergankelijkheid inherent zijn aan de natuur, omdat alles voortdurend in beweging is van potentie naar act.

- De vier oorzaken: In zijn filosofie beschrijft Aristoteles vier oorzaken (materiële, formele, efficiënte en finale oorzaak) die verklaren waarom dingen veranderen en vergaan. De vergankelijkheid van objecten kan worden begrepen door te kijken naar deze oorzaken en hoe ze bijdragen aan de verandering van een object.

- Natuurlijke beweging: Aristoteles geloofde dat alles in de natuur een doel (telos) heeft. Vergankelijkheid is een natuurlijk onderdeel van het bereiken van dit doel. Bijvoorbeeld, een zaadje verandert en vergaat om een boom te worden, wat het uiteindelijke doel van het zaadje is.

- De ziel en het lichaam: In zijn werk “De Anima” bespreekt Aristoteles de relatie tussen de ziel en het lichaam. Hij zag de ziel als de vorm van het lichaam en hoewel het lichaam vergankelijk is, is de ziel dat niet in dezelfde mate. De ziel geeft vorm en doel aan het lichaam, maar het lichaam zelf is onderhevig aan vergankelijkheid. Aristoteles’ opvattingen over vergankelijkheid zijn diep verweven met zijn bredere filosofische ideeën over verandering, doelgerichtheid en de natuur van de werkelijkheid.

Arthur Schopenhauer had veel te zeggen over vergankelijkheid, gezien zijn pessimistische kijk op het leven. Hij zag vergankelijkheid als een fundamenteel aspect van de menselijke ervaring en de wereld om ons heen. Hij geloofde dat alles in de wereld onderhevig is aan verandering en verval. Dit geldt voor zowel materiële objecten als voor het menselijk leven zelf. Niets blijft eeuwig bestaan en dit besef kan leiden tot een gevoel van melancholie en zinloosheid. Omdat alles vergankelijk is, is het streven naar blijvend geluk volgens hem gedoemd te mislukken. De wil, die ons drijft om te verlangen en te streven, leidt onvermijdelijk tot teleurstelling en lijden omdat niets blijvend is. Schopenhauer stelde dat het erkennen en accepteren van de vergankelijkheid van het leven een manier kan zijn om innerlijke rust te vinden. Door te begrijpen dat alles tijdelijk is, kunnen we ons losmaken van onze verlangens en verwachtingen, wat weer kan leiden tot een vorm van verlichting. Schopenhauer was sterk beïnvloed door boeddhistische ideeën, die ook de vergankelijkheid van het leven benadrukken. Hij zag in het boeddhisme een bevestiging van zijn eigen filosofische inzichten over de aard van het bestaan en het lijden.

Friedrich Nietzsche heeft verschillende ideeën over vergankelijkheid die verweven zijn met zijn bredere filosofische thema’s zoals nihilisme, de eeuwige wederkeer en de waarde van het leven.

- Nihilisme: Nietzsche zag vergankelijkheid als onderdeel van het nihilisme, de overtuiging dat het leven geen inherente betekenis of waarde heeft. Hij geloofde dat de erkenning van de vergankelijkheid van alle dingen kan leiden tot een gevoel van leegte en zinloosheid, maar ook tot een bevrijding van traditionele waarden en overtuigingen.

- Eeuwige wederkeer: Een van Nietzsche’s centrale concepten is de “eeuwige wederkeer”, het idee dat alle gebeurtenissen in het universum zich oneindig zullen herhalen. Dit concept benadrukt de vergankelijkheid van individuele gebeurtenissen, maar ook hun eeuwige herhaling, wat een paradoxale kijk op tijd en bestaan biedt.

- Amor Fati: Nietzsche moedigde aan om de vergankelijkheid van het leven te omarmen door liefde voor het lot, “ amor fati “. Dit betekent dat men het leven in al zijn aspecten, inclusief zijn vergankelijkheid en lijden, moet accepteren en liefhebben. Dit kan leiden tot een meer authentieke en bevrijde manier van leven.

- Kritiek op christelijke moraal: Nietzsche bekritiseerde de christelijke moraal omdat deze volgens hem de vergankelijkheid van het leven ontkent door te focussen op een eeuwig hiernamaals. Hij pleitte voor een moraal die de vergankelijkheid van het leven erkent en waardeert.

Heraclitus, een pre socratische filosoof uit Efeze, beroemd om zijn uitspraak “Panta Rhei” (alles stroomt), wat de constante verandering en vergankelijkheid van alles in het universum benadrukt. Hij geloofde dat alles voortdurend in beweging is en dat niets ooit hetzelfde blijft. Dit idee wordt vaak geïllustreerd zijn metafoor van de rivier: “Je kunt niet twee keer in dezelfde rivier stappen “, omdat het water altijd stroomt en verandert. Heraclitus zag vuur als de oer substantie waaruit alles voortkomt en waarin alles weer terugkeert. Dit symboliseert de voortdurende transformatie en vergankelijkheid van de natuur. Zijn filosofie benadrukt dat strijd en tegenstellingen ( zoals leven en dood, dag en nacht) essentieel zijn voor de dynamische eenheid van het universum.

In de medische diagnostiek verwijst “vergankelijkheid” naar de tijdelijke en veranderlijke aard van de symptomen, ziekten en zelfs diagnostische methoden. Dit betekent dat wat vandaag als een symptoom of ziekte wordt herkent, in de toekomst kan veranderen door nieuwe medische ontdekkingen en technologieën. Het besef van vergankelijkheid in diagnostiek benadrukt het belang van voortdurende evaluatie en aanpassing van diagnostische criteria en methoden. Het herinnert medische professionals eraan dat diagnoses niet statisch zijn en dat voortdurende bijscholing en onderzoek essentieel zijn om de meest accurate en up-to-date zorg te kunnen bieden.

Vergankelijkheid verwijst naar het idee dat alles in de wereld tijdelijk en veranderlijk is. Het benadrukt dat niets blijvend is en dat alles uiteindelijk zal vergaan. Dit idee kan worden toegepast op verschillende aspecten van het leven, zoals materiële zaken, fysieke lichamen, emoties en zelfs kennis.


de vergankelijkheid van woorden

geschreven op het natte strand


liefdes fantasieën in mijn dromen

bij het ontwaken wreed verbrand


magische gedachten onbeschreven

plots uit mijn hoofd verdreven


ik verwacht ook de glorieuze dag

dat mijn weten ontwaken mag


in de liefdevolle lichtheid van het heelal

slechts een trilling in de ruimte bovenal



J.J.v.Verre.




Geen opmerkingen: