Compassie buigt niet van medelijden, maar van kracht
Bestaat er een verschil tussen compassie en mededogen? Misschien bestaat er een subtiel verschil in nuance. Compassie komt van het Latijn compassio wat meelijden of meevoelen betekent. Het richt zich vooral op het gevoelsaspect, het emotioneel geraakt worden door het lijden of situatie van de ander. Het is de primaire reactie, je ziet of voelt iemands pijn en je hart reageert spontaan. Het woord mededogen is samengesteld uit twee Oudnederlandse elementen, namelijk mede wat betekent samen of tezamen en dogen, wat afkomstig is van het werkwoord dooghen/doegen, wat kan worden vertaald met nut hebben, van waarde zijn, maar werd ook gebruikt in de betekenis van lijden of ondergaan in samenstellingen. Letterlijk zou je mededogen kunnen vertalen als het samen iets ondergaan of samen het lijden dragen. Misschien zou je dan compassie kunnen definiëren als het openen van je hart, een spontaan empathisch gevoel. Mededogen daarentegen zou je meer kunnen zien als de daadwerkelijke uitdrukking van de verbondenheid. Een bewuste, zelfbewuste en transformerende reactie op het lijden, geworteld in een diep bewustzijn van de universele eenheid. In deze beschouwing heb ik geen onderscheid gemaakt tussen deze twee begrippen.
De spirituele betekenis van compassie gaat veel verder en dieper dan alleen medelijden of sympathie voor iemand die lijdt. Compassie wordt in spirituele tradities gezien als een wezenlijke deugd. Hiermee bedoel ik een innerlijke, essentiële kracht die voortkomt uit wie je in je diepste wezen bent. Compassie wordt hierbij niet gezien als iets dat je doet, maar als iets dat je bent, zodra je in contact komt met het wezenlijke van jezelf en het leven dat je met de ander beleeft. Een kracht die het hart opent voor verbondenheid met anderen en met het leven als geheel. Spiritueel betekent compassie de erkenning dat alle wezens verbonden zijn. Als je compassie voelt, erken je het lijden van een ander als iets dat ook jou raakt. Niet omdat je medelijden hebt, maar omdat je niet afgescheiden bent van de ander. In het boeddhisme betekent compassie (karuna) het spontaan verlangen om het lijden van andere wezens te verlichten, vanuit het inzicht dat wij allemaal deel uitmaken van dezelfde stroom van leven. Het wordt beschouwd als een van de belangrijkste kwaliteiten op het pad naar verlichting, zowel voor monniken als voor leken beoefenaars. In het boeddhisme wordt karunã gedefinieerd als: “De oprechte wens dat anderen verlost mogen worden van lijden”. Compassie is dus actief en betrokken, niet passief. Het is ook groter dan medelijden, het is het verlangen en de intentie om het lijden van anderen en van jezelf te verlichten. Compassie wordt als één van de Vier Onmetelijke Gemoedstoestanden beschouwd. Naast Mettã (liefdevolle vriendelijkheid), Muditã (vreugde over het geluk van anderen) en Upekkhã (innerlijke balans en helderheid). Compassie (Karunã) vormt hierin de reactie van het hart op het lijden van anderen, net zoals mede vreugde (Muditã) de reactie is op hun geluk. De historische Boeddha wordt vaak gezien als een belichaming van compassie en wijsheid. Zijn verlichting was niet slechts voor zichzelf, maar hij besloot zijn inzichten te delen uit mededogen met alle voelende wezens. In het boeddhisme is het essentieel dat compassie samenkomt met wijsheid. Compassie zonder wijsheid kan blind of naïef worden, terwijl wijsheid zonder compassie koud of afstandelijk kan zijn. De Boeddha onderwees dat ware spirituele groei ontstaat wanneer je lijdt met begrip (je doorziet oorzaken van lijden helder) en vervolgens handelt met mededogen (je doet wat je kunt om lijden te verlichten). De boeddhistische filosofie cultiveert compassie door meditatie op compassie, ethisch leven en door engagement in de wereld, waarbij niet alleen iets vanuit het innerlijk ten toon wordt gesteld, maar ook maatschappelijk, zoals je inzetten voor vrede, sociale rechtvaardigheid en ecologische zorg.
Compassie is een onvoorwaardelijke liefdevolle houding, zonder oordeel of behoefte aan beloning. Het is de kracht die het ego overstijgt, want je handelt niet vanuit eigenbelang, maar vanuit pure medemenselijkheid of ultieme liefde. Compassie is niet alleen gericht op anderen, maar ook op jezelf. Want spirituele groei vereist zelf compassie, dat wil zeggen jezelf met mildheid bejegenen, ook in je imperfectie. Door compassie te beoefenen transformeer je jouw innerlijke wereld, waarbij je hart zachter en wijzer wordt en beter afgestemd op het welzijn van het geheel.
In veel tradities wordt compassie gezien als een genezende kracht. Het heelt wonden, niet alleen van anderen, maar ook je eigen innerlijke pijn. Vanuit compassie ontstaat vaak diepe wijsheid, omdat je leert kijken met de ogen van begrip en liefde in plaats van angst en oordeel. Compassie is een beoefening, net als meditatie of gebed. In het boeddhisme en christendom wordt compassie bewust gecultiveerd, bijvoorbeeld door meditaties als Metta (liefdevolle vriendelijkheid) of door het volgen van het voorbeeld van Christus, Boeddha, of andere wijzen.
In het analytisch idealisme is compassie de natuurlijke taal van het ene bewustzijn dat zichzelf herkent in de ander. En in dat herkennen, zich herinnert dat er uiteindelijk geen ander is.
In het non-dualisme is compassie geen handeling van iemand, maar het stille stralen van liefde dat vanzelf ontstaat wanneer je ziet dat jij de ander bent en dat er in wezen nooit twee zijn geweest.
Samenvattend is compassie de spirituele erkenning dat jouw welzijn onlosmakelijk verbonden is met dat van anderen. Een hartkwaliteit van liefde, zachtheid en het verlangen om lijden te verlichten, in jezelf en in de wereld. Ik ben jij, jij bent mij en wij zijn zij met ons erbij.
J.J.v.Verre.
Bronvermelding:
- De Metta Meditatie, ook bekend als de liefdevolle vriendelijkheid meditatie, is een klassieke boeddhistische beoefening die het hart opent en compassie ontwikkelt. Voor jezelf, voor anderen en uiteindelijk voor alle levende wezens. De meditatie bestaat uit het herhalen van innerlijke wensen of zinnen die liefdevolle intenties uitdrukken. Deze worden eerst gericht op jezelf, daarna op anderen.
- Mededogen, Spirituele Filosofie, 1 april 2011.